Uit de Praclijfe.
Wenken. Dragen en ommoorden op gebied nan militair strafrecht.
11. Thans een paar wenken over reclamezaken Als men de ver
schillende en veelvuldige benamingen, waarmede de voorwerpen van
het reclamerecht (d.i hetgeen, waarover gereclameerd wordt) groe
peert, ziet men, dat er slechts 4 soorten reclames mogelijk zijn, die
ik met de volgende benamingen zou willen betitelen: 1° reclame
over straf en strafreden (reclamant zegt onschuldig te zijn en komt
dus zoowel tegen de mutatie als tegen de bestraffing op); 2° reclame
over de zwaarte van de straf (de klager geeft toe schuldig te zijn,
aan hetgeen in de strafreden staat vermeld, maar vindt de straf te
zwaar); 3° reclame over een gedeelte der strafreden (reclamant vindt,
dat hij de straf verdiend heeft, maar acht zich bezwaard over de
een of andere zinsnede der strafreden) en 4° reclame over de zwaarte
van de straf en over een gedeelte der strafreden (behoeft niet nader
toegelicht).
Barré, die de boven sub 1° aangeduide soort noemt „reclame
over de geheele strafreden" m.i. een onduidelijke benaming en dan
ook weinig gevolgd, kent nog een „reclame over de straf alleen".
Dit zou zich voordoen, als er straf volgens de wet onbestaanbaar
is, b.v. 14 dagen cachot, en verder wanneer iemand erkennend, hetgeen
hem in de strafreden is ten laste gelegd, meent, dat dit geen straf
baar feit oplevert. Ik heb nog nimmer van zulke gevallen gehoord.
Hoe het zij, men ziet, voor zoover men 't nog niet weet, dat er
onder zeer verschillen ie vormen gereclameerd kan worden. Nu zijn die
benamingen echter van groot gewicht voor den Rechter. Bij een
reclame b.v. alleen over de zwaarte der straf, tornt de Rechter niet
aan de strafreden en neemt aan, dat hetgeen daarin staat, waar is.
Er wordt alleen gewikt en gewogen, of de straf in juiste verhouding
tot het misdrevene staat. De gerechtelijke commisie en dat is for
meel geheel juist hoort in zoo'n geval in den regel slechts reclamant
over de vraag: „waarom vindt gij U te zwaar gestraft" en den straf-
oplegger over de vraag „waarom straft gij zoo zwaar".
Het wil nu voorkomen, dat den krijgsraad blijkt, dat de klager
over iets anders had willen reclameeren, dan uit de garnizoensorder
van verwijzing blijkt. Ik wil me bepalen tot het weergeven van
twee staaltjes hier voorgevallen, in de hoop, dat 't gebeurde een
prikkel moge zijn voor de autoriteiten, bij wie de reclame wordt
276