instructeurs, in het beschikbaar stellen van prijzen voor schiet- en
andere wedstrijden, waarmede men trouwens op Java reeds een be
scheiden begin gemaakt heeft, het aanbrengen van bijzondere on-
derscheidingteekenen op de uniform, het uitreiken van een vaandel
zooals ook vele korpsen van den vrijwilligen landstorm in Neder
land ontvangen hebben, enz., enz.
Het oudste der thans bestaande vrijwilligerskorpsen is dat ter
in^ m S •P°Ltk1Usit,,/lls zo°daning erkend bij G B van 17 April
i ,0„.3 Het telt ove.r ,de 100 leden, welk aantal bij meerdere
belangstelling en aanmoediging zeer in sterkte toenemen, misschien
wei verdubbelen zou; bij onze tegenwoordige legersterkte waarliik
geen te onderschatten aanwinst!
Voorts werden in Sept. 1914 de korpsen te Palembang, Buiten
zorg en Soekaboemi erkend en volgde in het voorjaar van 1915
de erkenning van het Bandoengsche vrijwilligerskorps.
Nu in den laatsten tijd veel meer zorg dan vroeger aan de oefe
ningen der schutterijen besteed wordt, mag verwacht worden, dat
ook de vrij willigerskorpsen niet meer geheel aan zich zelve overgela
ten^ zullen blijven, doch de aanmoediging zullen ontvangen, die zij
in s Lands belang zoo zeer behoeven.
P.
Wapendistinclieuen.
Naar verluidt, zou de uniform der cavalerie voorzien worden van
e?n. wapendistinctief, geheel of gedeeltelijk bestaande uit de Ko-
nink hjke Kroon. Gewoonlijk beteekent het verleenen van de Ko
ninklijke Kroon als distinctief eene onderscheiding en indien zulks
in het onderhavige geval inderdaad zoo bedoeld is, zullen wij de
eersten zijn om onze gelukwenschen aan te bieden aan het ruiter-
wapen, dat zich door zijn eervol verleden in de Indische krijgs
geschiedenis eene dergelijke onderscheiding ten volle waardig ge
maakt heeft. Maar zou er dan ook geen aanleiding bestaan om een
ander wapen, n 1. de artillerie, terug te geven, wat zij vroeger ge
had heeft, doch haar zonder bekende aanleiding ontnomen is t.w
de Kroon boven de gekruiste kanonnen, welke eertijds op de gi-
berne prijkte en nu op de schouderbedekkingen der witte uniform
zou kunnen terugkeeren? 't Is maar eene kleinigheid, doch eene,
welke velen genoegen doen zou.
A.
282