band van de in de „Tableaux d' honneur" van 1914 en 1915 voor
komende orderscheidingen aan Fransche veldartilleristen verleend,
wordt aangetoond, dat ook in den huidigen oorlog het tot opkor
ten afstand van den vijand in stelling komen geenszins tot de uit
zonderingsgevallen behoort.
Schr bepleit dan ook een grondige oefenirg van den gevechts
handeling, waarbij menigmaal de hulp van de infanterie niet ont
beerd zal kunnen worden om de stukken naar voren te brengen.
Verder vestigt Schr. de aandacht op enkele belangrijke grond
beginselen betreffende het gebruik der veldartillerie in bedekte
terreinen, waarbij de volgende punten uitvoerig in beschouwing
worden genomen:
/e Men zij niet te angstvallig en voorzichtig in het gebruik der
artillerie (hierbij komt ter sprake het misbruik maken van strooi-
vuur, omdat de batterijen op te grooten afstand van de tegenpartij in
stelling worden gebracht en daardoor de waarneming onmogelijk was).
2e Men zij niet te angstvallig in de splitsing der beschikbare ar
tillerie.
De samenwerking tusschen infanterie en artillerie moet zoo
innig mogelijk zijn.
Onder dit laatste punt wijst Schr. erop, dat het daarvoor niet
altijd noodig is oefeningen van infanterie en artillerie gezamenlijk
te houden in groote verbanden, doch dat er talrijke gelegenheden
bestaan om in samenwerking ook in kleine verbanden1 bat. of
1 comp. inf. met 1 batterij te beoefenen, waai bij dan een zestal on
derwerpen van zulke oefeningen worden aangegeven.
Moge het vorenstaande, hoewel het slechts een onvolledig beeld
kan geven van den belangwekkenden inhoud, een aansporing zijn
om van het opstel van den heer Carstens kennis te nemen!
In „de bevelvoering der B. batterij" bepleit X meerdere zelf
standigheid voor deze batterijen; voor ons voorloopig van geen
belang, tenzij men bij eventueele invoering van militie bij onze
Bereden Artillerie ook het systeem der dubbel (2X3 stukken)-
batterijen mocht willen overnemen.
„Meer, veel meer mitrailleurs" is de titel van het volgend artikel,
waarin kapitein Verberne, de bekende voorvechter van de uitbreiding
van het aantal mitrailleurs, naar aanleiding van een artikel van
den Franschen kapitein Henri Carré in de „Revue des deux Mondes"
over mitailleurs en prikkeldraad, nogmaals krachtig aandringt op
uitbreiding van het aantal mitrailleurs in het Nederlandsche Leger.
Schr. wenscht 4 mitrailleurs op drievoet bij elke compagnie infanterie,
welke in nauw verband met de compagnie optreden en geheel door
de manschappen vervoerd worden.
De gep. off. v. gezondheid van Olst bespreekt „De weduwen-en
weezenkas van de officieren der Landmacht" en roept het officiers
korps op om langs wettigen weg een krachtige actie te voeren
284