gen overwogen, waarbij de tegenstanders - en in die jaren te recht - ver in de meerderheid waren. Toch meende de Regeering deze aangelegenheid nader te moeten laten onderzoeken, waartoe bij koninklijk besluit van 21 October 1898 No. 15 eene staats commissie werd benoemd. Het bestuur van de Vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap schreef, het belang eener ruime gedachtenwisseling beseffende, naar aanleiding hiervan eene verga dering (16 December 1898) uit, waarin dit onderwerp door den toenmaligen Kapitein van den Generalen Staf J. P. Michielsen als inleider behandeld en ten eenenmale afgeraden werd. De toenma lige Eerste-Luitenant L. W. J K. Thomson leverde bij het debat al dadelijk een krachtig pro-betoog, doch vroeg en kreeg verlof, zijne denkbeelden later nog eens meer uitvoerig en beter gedocumen teerd te mogen voordragen, hetgeen hij deed in de vergadering van den 10e Maart 1899. Na eene zeer grondige studie leverde de vorengenoemde S. C. den 15en Juni 1901 haar rapport in. Na uitvoerig de voor-en na- deeien tegenover elkaar gewogen te hebben, kwam zij tot het eindoordeel, dat eene vereeniging niet wenschelijk moest worden geoordeeld. Het gaat natuurlijk niet aan alle vroeger over dit onderwerp uitgekomen schrifturen aan eene nadere beschouwing te onderwerpen en we zullen ons dus bepalen tot die, waarvan kan worden aangenomen, dat zij vroeger veel invloed gehad hebben op het besluit om van het plan af te zien, nl. de bovengenoemde lezing van den kapitein Michielsen en het verslag der S. C In 't kort komen de in beide gegeven beschouwingen op het volgende neer M toetst de voor- en nadeelen achtereenvolgens aan: a. het belang van den dienst; b. het persoonlijke belang van de officieren en c. het financiëele belang van den staat en komt dan tot de vol gende conclusiën: 1dat het in het belang van het Nederlandsche Leger moet worden geacht, indien voor officieren van dat leger de gelegenheid om in Indië practische ervaring op te doen, zoo ruim mogelijk wordt opengesteld; 2°. dat eene samensmelting der officierskaders weinig of niet zal bijdragen tot verhooging van het intellectueele peil van de in 1) Zonder aan de beleefdheid te kort te willen doen, zal verder kortheids halve met vermelding van een enkele letter worden volstaan. 217

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 9