IS
UPS
Onerzichi uan nederlandsche militaire
Tijdschriften.
Militaire Spectator 1917 Ao. 1.
De aflevering opent met „Een paar oppierkingen over recruten-
opleiding" van den bekenden heer S. van Aken, waarin achtereen
volgens worden behandeld de opleiding in het (hand) granaatwer-
pen en in het bajonetvechten,
Wat dit laatste betreft, wijst Schr. erop, dat ook hierbij de oplei
ding niet op de prestaties van enkelen, doch op de ontwikkeling
der massa moet gericht zijn, dat derhalve de scherm kunst niet
verward moet worden met het behoorlijk hanteeren van een wapen.
We lezen in zijn opstel ook, dat de practijk den Duifschers, wier
„Bajonettir-Reglement" slechts drie stooten en de afweringen daar
tegen bevat, geleerd heeft, dat het oefenen in het afweren zonder
bezwaar achterwege kan worden gelaten.
Voorts geeft Schr. nog een lesindeeling aan van een klasse van
20 recruten, die gedurende drie uren .op het exercitieterrein moet
worden geoefend.
In „De een en ondeelbare verbandplaatsafdeeüng" wijst de dir.
off. v. gez. Roelfsema op de nadeelen van het splitsen van deze
Nederlandsche organisatie.
„Militaire eerbewijzen in voertuigen" van den le Luit. der
Huzaren Baron van Lawick bevat, behalve een toetsing van de
practijk aan het omtrent die eerbewijzen voorgeschrevene in den
Inw. Dienst, tevens eene beschouwing over het zich aan elkaar
voorstellen van officieren bij verschillende ontmoetingen en meei in
het bijzonder bij het elkaar aantreffen in een spoorwegcoupé.
Zij, die het artikel van den heer van Santen over „De orga
nisatie van de Bereden Artillerie" in het November-nummer van
den Spectator (zie de bespreking daarvan in de Maart-aflevering
van het I. M. T. bldz. 213) hebben gevolgd, zullen thans zeker
met belangstelling kennis nemen van het wederwoord van Majoor
van Dam van Isselt in „Het verdubbelingsstelsel der Bereden Artil
lerie". Uitvoerig toont Schr. aan, dat zijn vroegere uitspraak, dat
Zie over dit onderwerp ook „Oefeningen in het werpen van handgra
naten". I.M.T. 1916, bldz 1346.
388