commandant durven leggen. Wij mogen toch verwachten, dat een hoofdofficier, die zulke belangrijke, interessante en voor allen leerrijke oefeningen te leiden krijgt, zich door een zeer ernstige studie zal voorbereiden, en niet a l'improviste er wat van zal maken, zooals bij de meeste manoeuvres gebeurt (met het gebruik der artillerie). Bovendien, is het een zeer belangrijk voordeel, dat men profiteert van de routine, die hoofdofficieren als b.v. de brigadecommandanten hebben gekregen in het leiden van tactische oefeningen in het algemeen en manoeuvres in het bijzonder. Dit hebben zij in het algemeen zelfs voor boven artilleristen, hoe doorkneed, die ook zouden mogen zijn in de beoordeeling van het gebruik der artillerie. Gewapend met de noodige positieve weten schap moeten zij in staat zijn de oefeningen naar behooren te leiden iets werkelijk uitstekends te geven, dat is alleen weggelegd voor enkele bijzondere talenten, en dat zullen wij niet mogen vergen. Een groot voordeel van het toevertrouwen van de leiding aan de door mij bedoelde officieren is, dat zij ons een beter inzicht kunnen geven in het doen en laten van den vijand, speciaal de voorstelling van doelen, daarover straks meer. Ten slotte zou ik nog aanbevelen, om de oefeningen zoo vrucht dragend te maken, de Afdeeling werkelijk uit 3 batterijen te doen bestaan. Desnoods neemt men een Afdeeling plus één kanon, en formeert dan 3 batterijen van 3 stukken. Een volgend belangrijk punt is de technische uitvoering van haar taak door de bereden artillerie zelve. Ik heb hier speciaal de veldartillerie op het oog, daar ik van de schaarsch gehouden S. i. a. t. der Bergartillerie nimmer iets zag. Onze veldartillerie is verstard. Verstard in het richtvoorschrift, in het algemeen in haar optreden in het gevecht. Ik moet toegeven, dat de reglementen hiervan gedeeltelijk schuld zijn geweest. Maar zelf hadden wij eveneens schuld, want bij een juiste en grondige lezing hadden ook de reglementen ons beter ge leerd, terwijl toch ook zelfstudie een voorname bron van weten schap voor ons moet vormen. Het gevolg hiervan is geweest, dat het optreden der batterijen zeer kleurloos was. Ik zeide het reeds boven, men kent slechts één recept vcor een vuur: inschieten en daarna snelvuur. Men kent slecht twee soorten doelen: infanterieschijven en schilden. Welk een treurig beeld krijgt men hierdoor van de werkelijkheid! Doch hierover straks nader. 341 1. M. T. 1917 23.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 51