Tijdens de P.O. te Batoe Djadjar stelde ik eens de vraag, waarom er toch op elk doel zonder eenigen naderen uitleg altijd maar snelvuur werd afgegeven. Ik stelde de vraag, maar wist het ant woord al. Het luidde natuurlijk: In Batoe Djadjar deden we niet aan tactiek, dat zou allemaal terecht komen bij de S.i.a.t. Dat wilde ik hoorenomdat ik beter wist. Zooals ik gedacht had, was het vuren bij de S.i.a.t. al even weinig tactisch als te Batoe Djadjar. Daar schuilt nu het gevaar. Men moet mij er nooit mee aankomen, dat 't „in de werkelijkheid" anders zou gaan. Zooals we te Batoe Djadjar schieten, zonder naderen uitleg, schieten wij ook bij de S. i. a. t. En zooals wij bij de S. i. a. t. leeren schieten, zoo schieten we ook in den oorlog. Alles uit gewoonte. Als we nooit op een terreinstrook hebben leeren vuren, dan doen we het niet en kunnen het niet in de werkelijkheid. Ter voorkoming van misverstand diene, dat ik voor mijn persoon er niet bepaald voor ben te Batoe Djadjar altijd tactische vuren te geven. M. i. moet men daar de techniek, het automatisme, van de commandovoering en de vuurleiding leeren. Maar een behoorlijke bespreking mag daarbij niet ontbreken, en bij de S. i. a. t. moeten de vuren onherroepelijk tactisch juist zijn. Men beweert altijd, dat de S. i. a. t. zoo gedrongen en verwrongen worden, omdat men van te voren de batterijstellingen en de doelen moet uitzoeken. Als men wat betreft de leiding en het opvatten van doelen te werk gaat in den geest van het bovenomschrevene, dan is de verwrongenheid grootendeels uit den weg geruimd. Nu opent zich een nieuw verschiet, niet waar. Bij de oude me thode hadden we ons doel al lang in de gaten; een enkele voortijdige geheime meting, terreinhoek en breedte, werd niet bepaald kwalijk genomen. De doelaanwijzing was gemakkelijk genoeg. Maar nu! Geen leider, die ons met ditjes en datjes de schijven wijst. Een telefoontje van onzen infanteriecommandant: „Kenbare boom Pasir Kadal, honderd rechts, kampongrand, breed 40, terrein- hoek 210, afstand 24." Juist, nu wordt het moeilijk. Er zijn zoo veel kampongranden, zelfs ongeveer 100 rechts van kenbare boomen. En dan die parallax. Wat heeft die verbindingsofficier gedaan om ons aan de juiste doelaanwijzing te helpen? Hebben we een panoramaschets? Heeft hij correcties in rekening gebracht? Wij vuren. Niet goed! Telefoontje. „20 rechts, 10 breeder. Eerste laag minstens 400 min." Goed zoo, dan maar verleggen. Telefoontje: „Het vuur ligt goed. 344

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 54