Ik wil dit opstel niet eindigen zonder een enkel woord te wijden aan een plan, dat de kern der mislukking in zich droeg en gelukkig dan ook van de baan is, maar - naar mij bekend is - toch nog enkele aanhangers heeft De overtuiging bestond, dat de S. i. a. t. der Vestingartillerie, noch die der Bereden Artillerie aan het doel beantwoorden. M. aw., dat men die niet goed kan houden. Men meende nu beide soorten oefeningen meer leven in te bla zen, door de beide wapenonderdeelen gezamenlijk S. i a. t. te doen houden. Ik geloof, dat ik niet te veel zeg door te beweren, dat de moei lijkheden van zulk een oefening zeker tien maal zoo groot zouden zijn, en er dus van zulk een oefening zeker weinig goeds te ver wachten is, wanneer men reeds erkent, dat de leiding van de S.i.a.t. van elk onderdeel op zichzelf tot nog toe boven onze krachten is geweest. Wil men het optreden van de Bereden Artillerie in den stelling oorlog beoefenen, prachtig, want wellicht is, dat de voornaamste taak, die voor onze Bereden Artillerie is weggelegd. Maar dat men dan niet ten slotte alles ga door elkaar haspelen en zulke grootscheepsche oefeningen op touw zet, die zich alleen voor een manoeuvre leenen. Misschien, heel misschien, dat er later nog eens iemand gevonden wordt, die alle stadia van ontwikkeling heeft meegemaakt en zulk een oefening zou kunnen leiden. Laten we voorloopig de wijste partij kiezen en erkennen, dat de grondslagen voor onze schietoefeningen, zooals genoemd in onze Artillerie Order, eenvoudig en juist zijn; en als er aan die oefeningen gebreken kleven, dat wij die gebreken dan moeten zien op te heffen en niet alles omvergooien, wat moeizaam is opgebouwd, om iets geheel nieuws met geheel nieuwe gebreken te beginnen. Febr. 1917. J. B. van der Poll. Kapitein der Artillerie. N. B. Het bovenstaande werd geschreven, vóórdat omtrent de in 1917 te houden Practische Oefeningen beslissingen waren genomen. 348

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 58