4e Oberst Spohr schrijft:
„Een heel nieuwe ervaring heeft de wereldoorlog van 1914 ook
ten aanzien van de aardappels gebracht. In November 1914 kwamen
hier de eerste gevangen Hindoes, die in het Engelsche leger in
het Westen gestreden hadden, aan. Er waren moeilijkheden met
de voeding, daar deze lieden zich streng aan hun riten hielden en
besloten schenen liever te verhongeren dan zich tegen hun
religieuze overtuigingen in te laten voeden. Reeds hadden zij 4
dagen gevast, toen door onderhandelingen door middel van een
tolk bleek, dat zij zich met rauwe, door hen zeiven gewreven
aardappels, met toevoeging van een weinig keukenzont, wilden laten
voeden.
Dit geschiedde, en in de ongeveer 3 weken, welke de het
langst in gevangenschap vertoevende Hindoe 's in het gevangenkamp
doorbrachten, is volgens opgave van den Hessischen compagnies
commandant hun arbeidsvermogen bij exercities en andere oefe
ningen niet verminderd."
Proeven op groote schaal met eiwitarme kost zijn in de Europeesche
militaire wereld, voor zoover mij bekend, nog niet genomen. In
Nederland vindt men slechts enkele gemobiliseerde vegetariërs, die
dikwijls niet eens vrijgesteld worden van deelname aan de gemeen
schappelijke menage. Althans is op een desbetreffend verzoekschrift
van den Vegetarischen Bond aan den Minister van Oorlog afwijzend
beschikt.
Alleen bij de Duitsche marine is een kleine proef met vege
tarische voeding van matrozen genomen door den Korvetten- Kapitan
Hirscheldeyn te Helgoland. Hoewel gedetailleerde gegevens om
trent den uitslag ervan nog ontbreken, moeten de voorloopige
resultaten bijzonder bemoedigend zijn.
Het zou zeer gewenscht zijn in ons leger ook eens een proef
met dergelijk voedsel te nemen, vooral met jonge Inlanders (bv.
bij de depots), die zich aan zoo'n voedingswijze vrij zeker gemak
kelijk zullen aanpassen, omdat velen van hen, voordat zij in dienst
traden, toch weinig vleesch- en vischgerechten dagelijks gebruikt zullen
hebben. Interessant zou het zijn, indien de praestaties van zulk een
categorie van militairen, na eenige maanden op die wijze te zijn
gevoed, werden vergeleken met die van eenzelfde aantal recruten,
aan wie gedurende denzelfden tijd de thans gebruikelijke kost was
verstrekt, terwijl zij overigens onder gelijke omstandigheden ver
keerden (marschtraining, klimaat enz).
363