Resumeerende, meen ik het volgende in overweging te moeten
geven
a) verstrekking van brood, bereid uit ongebuild tarwemeel, zooals
in Holland geschiedt, in plaats van wit brood.
b) vereenvoudiging van het menu, vooral in den namiddag, door
veel minder, beter nog in het geheel geen vleesch- en vischgerechten
te verstrekken en deze, voor zooveel noodig, door goedkoopere
graanspijzen te vervangen.
c) boter te vervangen door goedkoopere plantenboter van dezelf
de voedingswaarde, indien dit artikel verkrijgbaar is. (In Holland
geschiedt dit reeds op sommige plaatsen.)
in de practijk zou dan blijken, dat meer afwisseling bij een
vleescharme pot mogelijk is dan men uit het bekende liedje van
Speenhoff zou afleiden, hoewel het intusschen zeer goed mogelijk
is ook bij weinig variatie in de voeding gezond te blijven. (Zie
hetgeen omtrent de voeding van de Indische krijgsgevangenen in
Duitschland is meegedeeld, terwijl de voeding op het platteland in
Holland en in de kampongs hier te lande daarvan ook getuigenis
aflegt.) Afwisseling blijkt evenwel, behalve met het oog op de
smakelijkheid van het eten, nog gewenscht, omdat de nieuwere
onderzoekingen hebben geleerd, dat we naast eiwit, vet, koolhy
draten en zouten nog verschillende andere stoffen (vitaminen) in
zeer geringe hoeveelheid voor onze voeding noodig hebben.
Ten slotte wil ik er nog op wijzen, dat men geen profijt trekt
van het voedsel, dat men verorbert, maar slechts van datgene,
wat verteerd wordt. De aandacht wordt hierop gevestigd, omdat
vrij algemeen beweerd wordt, dat dierlijk eiwit gemakkelijker ver
teerbaar is dan het plantaardige. Is deze bewering, die evenwel
door sommigen wordt aangevochten, juist, dan zou daaruit volgen,
dat bij plantaardig dieet het voedsel beter gekauwd moet worden.
Dit zou bij een eventueele proefneming daarmede onzen soldaten
wel eens ter dege op het hart mogen worden gedrukt, omdat zij
thans dikwijls in enkele minuten hun maal naar binnen hebben
geschrokt en dus de spijsverteringsorganen daaruit niet al die voe
dingsstoffen kunnen afscheiden, die bij goed kauwen in het lichaam
zouden kunnen worden opgenomen.
Ik meen in het vorengaande voldoende door aanhalingen uit de
praktijk aangetoond te hebben, dat zonder nadeel voor een goeden
gezondheidstoestand een eiwitarm diëet te volgen is. Waar in ver-
365