veel meer regel is dan op het „vuurbevel", dat pas zooveel later kan volgen. De aard van het doel is hierin de beslissende factor. Het G. A. K. met zijn peilposten kunnen wij niet missen ten gevolge van de terreinomstandigheden in onze bergstellingen. In tegenstelling met hetgeen Luit B. verkondigt, dat hier vele punten ons goed uitzicht zouden geven, is de werkelijke practijk, dat het uiterst moeilijk is om nog maar voldoend algemeen uitzichtte kunnen krijgen door gebruik te maken van meerdere met elkaar samenwerkende oogen (peil-en uitkijkposten), wier waarnemingen in een centraal punt worden verwerkt. Het zoeken van die plaatsen heeft maanden lang werk gekost en nog heeft men zich veelal met beperkte resul taten moeten vergenoegen. Wilde men bij ons een stelling zoodanig inrichten, dat van uit een aantal afdeelings-en batterijcommando-posten het geheele voorterrein werkelijk volledig werd ingezien ten behoeve van de vuurleiding, dan zou dat een zeer groot aantal van dergelijke posten vereischen (met even zoovele commando's daarop), die dan veelal ver terzijde verwijderd van de betrokken batterijen zouden liggen van punten nabij, vóór of achter de batterijen, is immers juist het voorliggende terrein door bergkammen, enz. zeer beperkt te zien en heeft men bij ons steeds te zoeken naar flankeerend inzicht. De terreinen in Nederland, waar thans de noodige oprui mingen hebben plaats gehad, zijn op dit gebied zeer veel gunstiger dan onze Indische bergterreinen. Luit. B. vertelt ons verder, dat aan hem als Afd. C.-vuurleider van twee niet-snelvuurbatterijen nog een officier als opschrijver- rekenaar was toegevoegd; dat is dus feitelijk een sterkte van één officier per batterij. De organisatie van de V. A. moet rekening houden met de belangrijkheid van de taak, die aan dit wapendeel voor oorlogstijd wordt toegedacht; hieronder zal blijken, dat die belangrijkheid niet zoo groot is, dat uit de evenredige organisatie de noodige officieren-batteriicommandanten zouden kunnen worden geput. Omtrent het vermoedelijke tactische gebruik der Vest. Art.- batterijen moge het volgende dienen. Onze stellingen kunnen, bij de tegenwoordige sterkte van ons Indische leger, geenszins het doel hebben duurzame opstelling van Artie en Infie te vormen, die bestand zou moeten zijn tegen een 1) 23 minuten later voor een doel, waarnaar in de werkelijkheid mis schien dagenlang is gezocht! 368

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 78