10 November 1913 genoegen met de ten lastelegging, dat de be
klaagde 2) zou hebben geloopen over perceelen weiland te Woensel
(gehucht Eckhart) en -bij arrest van 25 Mei 1915 3), dat de plaats,
waar het feit gepleegd werd, op den straatweg van Varsseveld naar
Ambt-Doetichem was.
Minder juist leek mij de beslissing van het N.H.M.G. bij senten
tie van 19 Mei 1914 4), hetwelk de ten lastelegging, dat beklaagde
te 's-Gravenhage op den 5en Februari 1914 des n.m. ten half zes
als bestuurder van een rijwiel daarop gezeten, daarmede heeft be
reden het openbaar voetpad langs den ouden Scheveningschen weg,
opgrond dat daar twee paden aanwezig zijn, waarvoor het verbod
van berijden bestond, nietig verklaarde. Bij sententie van 16 Juni
1914 5) verklaarde het N.H M.G. daarentegen, dat nu eenmaal de plaats
der overtreding in de ten lastelegging zelf was opgenomen, het onnoo-
dig was, daarenboven nog eens te vermelden, waar het feit zou
zijn begaan.
Zagen wij hierboven, welke klippen de opsteller van eene ten
lastelegging heeft te omzeilen, begrijpelijk is het dan ook, dat
men in de practijk de zekerheid, dat men zijne tenlastelegging in
veiligen haven loodst, tracht, te verhoogen met allerlei middelen.
Wij willen eenige der meest bekende middelen eens aanroeren:
De wet spreekt er nergens van, dat het verboden zou zijn om in
plaats van alleen één bepaald feit nog een ander feit ten laste te
leggen met het bepaald vooropgezette doel, om als hetgeen het eerst
tenlaste is gelegd, niet zou opgaan, althans wat daarna wordt tenlaste-
gelegd, goedgunstig beoordeeld te zien.
Men spreekt in zoo'n gewaXvan vervangende subsidiaire, ten laste
legging Hiervan is wel te onderscheiden het ten laste leggen van
meerdere feiten tegelijk, cumulatieve ten lastelegging; maar deze
hoort hier niet thuis, maar in eene bespreking over den samenloop
van strafbare feiten.
297
4) Weekblad v. h. Recht. No. 9549.
2) In geval van aanklacht over de overtreding van 460 N.S: Hij,
die zonder daartoe gerechtigd te zijn, loopt op eenigen grond, die bezaaid,
bepoot of beplant is of die ten bezaaiing, bepoting of beplanting is ge
reed gemaakt, of gedurende de maanden Mei tot en met October op
eenig wei, of hooiland.
3) Weekblad v.h. Recht. No. 9830.
4) M.R.T. dl.. IX blz. 491.
5) M.R.T. dl. X. blz. 104.