nemen, dat ik hun sabel veroordeel, ik doe het slechts onder voor behoud. Mijne opmerking berust echter in zooverre op ondervinding, dat ik mij een Cavaleriesabel N. M. heb aangeschaft, dezen te zwaar vond, hem liet afslijpen, en nu nog te zwaar vind. Voor bereden Infanterie-Officieren, voor welke heeren het ge vecht te paard vrijwel is uitgesloten en het gevecht te voet regel, acht ik het dan ook beter voor te schrijven, dat zij ook te paard bewapend zullen zijn met den klewang, niet aan het zadel beves tigd. maar aan het lichaam. Bij het rijden zal dit wel geen bezwaar opleveren. •F. P. A. van Gheel Gildemeester, Kapitein der Infanterie. 387

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 99