Sets oDer onze \7erlichlingsmiddelen,
De behoefte aan middelen tot verlichting van het voorterrein
heeft zich in de oorlogvoering reeds doen gevoelen van de oudste
tijden her.
Nachtelijke ondernemingen, die door het daarin opgesloten ver
rassend element maar al te dikwijls goede kans van slagen bleken
te hebben, noopten de tegenpartij tot een voortdurende waakzaam
heid, welke niet goed uitvoerbaar bleek zonder voldoende verlichting
van de omgeving.
Werd hiervoor eertijds gebruik gemaakt van primitieve middelen
als weinig lichtgevende toortsen of flambouwen, de ontwikkeling
van de techniek maakte het mogelijk de lichtkracht dier lichtbron
nen aanmerkelijk op te voeren, terwijl verschillende nieuwe voorwerpen
ontstonden, waarmede men op vrij groote afstanden licht kon brengen.
Zelfs is men in verschillende groote Europeesche legers er toe
overgegaan afzonderlijke verlichtingsafdeelingen te formeeren, die
meestentijds ressorteeren onder het wapen der genie.
Het voornaamste verlichtingsmiddel, waarmede deze afdeelingen
zijn toegerust, wordt zeker wel gevormd door de electrische zoek
lichtinstallaties. Voor kleinere troepenafdeelingen en als aanvulling
worden echter ook lichtinstallaties van geringer capaciteit en hulp-
verlichtingsmiddelen gebezigd.
Hoe heeft zich intusschen bij ons in de laatste halve eeuw het
verlichtingsvraagstuk ontwikkeld?
Een 40 jaar terug, vond men in ons leger voor verlichtingsdoelein-
zeer ouderwetsche flambouwen, bestaande uit eemge einden los
gedraaide lont, gedrenkt in een mengsel van 12 deelen hars op 1
deel terpentijn,
Lichtfakkels, zijnde zinken hulzen gevuld met een lichtgevende sas
(75 salpeter, 25 zwavel, 7 meelpulver en 5 zwavelantimoon) en wat
niet-vlammende sas (mengsel van meelpulver en uitgeloogde hout-
asch) en
425
den: j i