nieën op te richten, waarvan er bij een oorlog 4 verdeeld worden
over de divisies of brigades van het veldleger, terwijl de Legercom
mandant er dan nog 1 of 2 ter zijner rechtstreeksche beschikking
houdt.
Op deze wijze krijgen we, in totaal zoowel als per compagnie,
meer militairen voor den kleinen oorlog dan bij de door - SS—
voorgestelde formatie, doch ik vermeen, dat ook deze grootere
sterkte niet te veel afbreuk zal doen aan de kracht van het hoofd
leger en dat dan beter rekening gehouden is met te verwachten
verliezen.
Bij de behandeling van de organisatie en de verdeeling der a. v.
dk.o over het hoofdleger kom ik tevens tot de legering in vredestijd.
SSwil in elke militaire afdeeling een compagnie legeren, de
compagnieën zouden, voor zoover noodig (2e en 3e mil. afd elk
jaar gedurende eenigen tijd op meerdaagsche oefening kunnen gaan
naar de landstreken, waar zij bij een oorlog zouden moeten optre
den. De geachte schrijver houde het mij ten goede, dat ik in dezen
met hem van meening verschil. Om in oorlogstijd uit die speciale
troepen te kunnen halen, wat er uit te halen valt, is het bepaald
noodzake ijk die a. v. d. k. o. reeds in vredestijd te legeren daar,
waar zij in den oorlog zullen dienen te ageeren. Zij moeten terrein,
wegen, kunstwerken, enz. daar zoo goed mogelijk kennen, voorts
ook de bevolking, hare hoofden en haar taal.
In tegenstelling met —SS— zou ik dan ook willen, dat niet die
compagnieën vanuit hun vredesstandplaatsen af en toe op meer
daagsche oefening gingen naar het vermoedelijk oorlogsterrein,
doch dat zij vanuit haar legeringsplaatsen in laatstgenoemd terrein
bij brigademanoeuvres tijdelijk naar de landstreken werden gezon
den, waar die manoeuvres plaats hadden, om daaraan deel te
nemen.
Deze zienswijze brengt ook mee, dat die a.v.d.k.o. voor hare
opleiding en oefening niet verantwoordelijk kunnen zijn aan de
vier Brigade-commandanten. Het komt mij wenschelijk voor, haar
in dat opzicht rechtstreeks te stellen onder den Chef van den
Generalen Staf, den Chef der Infanterie of een speciaal daarvoor
aan te wijzen hoofdofficier In oorlogstijd vervalt deze functie.
Deze laatste oplossing acht ik de beste, om dezelfde reden waarom
m.i. een brigade-commandant bezwaarlijk nog eens extra belast zou kunnen
worden met het toezicht op eenige zelfstandige sectiën.
440