hoogte betreft, correspondeerende met het middelpunt M van het
richtraam) naar beneden verschuifbare korrel om op die wijze met den
gereduceerden schootshoek te richten. Aangezien echter de fac
tor p onafhankelijk is van de grootte van den terreinhoek en de
te bezigen gereduceerde schootshoek steeds met den terreinhoek
verandert, zoo heeft het misschien zijn nut om de vizierkor-
relinrichting nog iets uit een technisch oogpunt samengesteider te
maken, teneinde voor den vuurleider het zoeken in een schoots-
tafel geheel te kunnen laten vervallen en het richtcommando eenigs-
zins te vereenvoudigen, dit terugbrengende tot het opgeven aan
den richter van den afstand zonder meer. Het vorenstaande stelt
dan als eisch, dat de bedieningen der mitrailleurs zelf in staat
zijn voor den gecommandeerden (werkelijken) afstand den schoots
hoek voor den terreinhoek te reduceeren. En hoe is dit laatste
praktisch uitvoerbaar?
Op een metalen plaat (zie fig. 4) kan men voor de verschillende
afstanden de te bezigen schootshoeken uitzetten gereduceerd voor
terreinhoeken van 0 tot SO graden. In de figuur is dit geschied
met afstanden van af 300 M. opklimmende met 300 M tot 2C00 M.
De lengte van 1 °/oo is gelijk genomen aan 0,8 m. M., daar uit
gegaan is van een richtlijnlengte van 80 cM.
Voor het in teekening brengen van de gebogen lijnen van fig 4
zijn uitgerekend het aantal millimeters tot in halve m M. nauwkeurig
der verschillende schootshoeken. Hiervoor is gebruik gemaakt van
de schootshoeken van het geweer Model '95 en de tafel op
bladz. 492 van meergenoemde Mei-aflevering. Het resultaat vindt
men in onderstaand staatje.
0-30°
40°
50°
60°
80°
90°
300
2.5
2.5
2.0
1.5
1.0
0,5
0
600
7.0
6.0
5.0
4.0
3.0
1.5
0
900
14.0
12.5
105
8.0
5.5
3.0
0
1200
24.0
21.5
18.5
145
10.0
50
0
1500
38.5
34.5
30.5
24 5
17.0
9.0
0
1800
58.5
53.5
48 0
38 5
26 5
14.0
0
2 00
73.0
71.5
64.0
53 0
37.5
19.5
0
452
O
O