niet het geval en moet in meer of minder ruime mate gestrooid
worden voor de vele fouten op de uit te voeren verrichtingen.
De mate van strooien hangt af van de nauwkeurigheid der ver
schillende gebezigde instrumenten en van de geoefendheid en het
verstand van het met die instrumenten werkende personeel, zoome
de van de appreciatie der personen, die in deze aangelegenheid
een beslissing zouden moeten nemen. A priori is dus niet vast te
stellen de mate van strooien, wel echter de wijze waarop. We
kiezen voor de foutencombinatie op de korrelstelling, de bepaling
van den afstand en de bepaling van de bewegingsrichting instede
van de vizierkorrelpunf een vizierkorrelsp/eef of -lijn. Aangezien
echter de invloed van de fout op de bepaling van de bewegingsrich
ting evenredig grooter wordt met de toename van de factor p, zoo
is het wenschelijk om van de liniaal van fig. 1 het richtblokje weg
te nemen en de liniaal te voorzien van een vizierspleet, vallende in
het vlak van het richtraam. De spleet moet de gedaante hebben
van een gelijkbeenigen driehoek met den top in het middelpunt M
en de basis op den rand van de liniaal. De grootte van den top
hoek van den driehoek is een kwestie van appreciatie. Ten slotte
nog het voornaamste, waarmede rekening moet worden gehouden
n.l. de factor p, waaromtrent het volgende. De snelheid van
een vliegtuig is moeielijk voldoende vlug te bepalen, vooral
niet als de afstand niet nauwkeurig bepaald is, en aangezien de
snelheid varieeren kan van 6) tot 180 K. M. per uur (misschien zijn
alreeds, anders worden vermoedelijk de grenzen nog wijder), zoo
moeten derhalve de grenzen voor p eveneens zeer ruim genomen
worden en weder ruimer, naarmate de afstand tot het doel grooter
is. Ook de grenzenstelling van p is weder een kwestie van ap
preciatie.
Meester Cornelis, April 1917.
J. Ouwehand,
Eerste-Luitenant der Artillerie.
454