al in bedekt terrein, alvorens daartoe over le gaan, de brige.
met tweeën uit de flank opgesteld hebben. Dus, of die achterste
brige gesloten over de hindernis langs den weg, wat dikwijls on
mogelijk is en in ieder geval te veel tijd kost, of wel eerst op 1
gelid over de hindernissen, daarna opsluiten met tweeën
Dan gaat het toch veel sneller en gemakkelijker, als men op
de Holl wijze verspreidt, waarbij beide gelederen der geheele
sectie opmarcheeren en dus vanzelf (d w. z. zonder eenige aan
wijzing) „op 1 gelid" over de hindernis gaan, en daarna niet meer
behoeven op te sluiten?
Nog een bezwaar van onze methode is, dat de c1 der achterste
brige. genoodzaakt wordt een tusschenruimte te beoordeelen, die
zoo zeer varieert met de sterkte der sectie en de bij het versprei
den bevolen tusschenruimte. Blijkt niet ons kader in den regel on
bevoegd te zijn, zelfs op open terrein die tusschenruimte te bepalen?
En is de daarvan dikwijls het gevolg zijnde opetnhooping in de
tirailleurlinie niet zeer gevaarlijk? Men kan dit voorkomen door de
achterste brige .niet met een schuinschen, doch met een flankmarsch
naar hare plaats te geleiden, daarbij de binnengroep haar plaatsen te
doen innemen, zoodra men uitwaarts van den vleugel der voorste brige.
komt en langs deze groep de buitengroep uit te schuiven, maar
dit is niet geheel volgens het reglement.
N m. m. zijn bovendien onze b:ige ctn. niet doordrongen van
de noodzaak en van hunne verantwoordelijkheid om de brige en
vooral de groep in de hand te houden. Ik zag als regel de brige
c* na hoogstens zijn c°uitgeroepen te hebben zijn afdeeling a!s
een troep vogels loslaten, om later met den anderen gr. ct voor
de linie op te duiken en een achter hem loopend groepje, al of
niet vermengd met daarin niet thuis hoorende manschappen („wat
geeft dat nou!") onder zijn c° te nemen. Althans, zoo zag ik het
gewoonlijk bij velddienst- en gevechtsoefeningen, waarbij niet uit
sluitend de vormelijke beoefening van Hfdst. Ill aan het bod was.
Wat betreft N. D. M. 's meening, als zou ik onze wijze van
verspreiden der gesloten sectie, voor een sterke sectie sneller uit
te voeren achten, dan de Holl. methode, daar kan ik verzekeren,
dat het tegendeel waar is, ik schijn daarbij niet duidelijk geweest
te zijn. Ik ben S. intusschen dankbaar voor het mathematisch bewijs
in deze, want ik moet eerlijk bekennen dat ik wel aan de moge
lijkheid gedacht heb het te leveren, doch met het betreffende vak
op zoodanigen voet van gewapende neutraliteit leef, dat ik het
zonder noodzaak niet gaarne tot bondgenoot neem.
V.
1) Op open terrein ziet een pientere man zijn vergissing en ziet men
er ook wel eens een tijdens het verspreiden van groep verwisselen om
de fout te herstellen.
458