Ons dagelijksdi brood. De indruk, dien de meeste der pas afgerichte recruten, in't bij zonder de Timoreezen, bij het Veld-Bataljon maken, is verre van gunstig! Vooral op het schietterrein vraagt men zich in stille wanhoop af, of üit nu de resultaten zijn van een recrutenopleiding van bijna een jaar. Het is verre van mij, klakkeloos het volgende uitgesproken oordeel over te nemen, geuit door iemand, die al een twintigtal jaren meeloopt en behoorlijk kennis van zaken bezit, doch ik kan niet nalaten het even te plaatsen. „Waarom die menschen tegenwoordig zoo slecht afgericht zijn," was het antwoord op een desbetreffende vraag mijnerzijds, „wel dat is nog al eenvoudig. Dat is het resultaat van het huidige premiestelsel bij de Depot-Bataljons. Voor eiken afgerichten re- cruut, dien hij levert, wordt den klas. commt tegenwoordig een gel delijk bedrag uitbetaald. De lust tot afleveren is daardoor natuurlijk ten zeerste opgewekt, maar de hoedanigheid van de (menschelijke) waar lijdt er natuur lijk onder." Het door mij gevoerde gesprek was een uitvloeisel van de elke week mij bevangende wanhoop op den schietdag van de compagnie. Gemiddeld schiet de Inlandsch fuselier niet schitterend, maar de afgerichte recruten pas afkomstig van de Depot-Batons.- wel, het is om er de moed bij te verliezen. Maar - een Commissie onderzoekt immers na bepaalden tijd, of de betrokken militairen inderdaad zijn afgericht? Zeker, maar stelt U in de plaats van die Commissie, welke in een luttt len tijd een massa recruten moet beoordeelen Zoo iemand, dan is het de klas-commandant, die zich een juist oordeel over den man heeft kunnen vormen. En bij dezen zijn vele factoren van in vloed om de aflevering in een korten tijd te doen plaats hebben, leder begrijpt die Natuurlijk komt de verantwoordelijkheid van het inderdaad afgericht zijn neer op de bij de Depot-Bataljons ingedeelde subalterne officieren. Maar deze kunnen ook weer weinig begin nen, als de klas-commandanten niet voor hun taak zijn berekend. Mij persoonlijk is de overplaatsing [die terecht de grootste verwon dering wekte] bekend van een Eur. sergeant naar Solo, om aldaar van recruten soldaten te vormen. De man was dom, practisch zeer slecht even voldoende voor Eur. korporaal) en bovendien zeer onhandig en onnauwgezet. Bleef o.a. ais spitscommt. met een brigade met tweeën uit de flank op een weg in vlak terrein geknield ter plaatse, toen bij frontaal vuur van vijandelijke inf. op +25GM. afstand ontving. Had zijn brigade na verloop van een kwartier nog niet verspreid. Zijn onkunde was bij zijn collega's dan ook spreekwoordelijk. Wellicht was het feit, dat hij vrij vlot Maleisch sprak (dat getal neemt percentsgewijze af), dan wel waren zijn zorgelijke omstan digheden de oorzaak, dat hij voor dat exti aatje in aanmerking 459

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 81