Bij voldoende training kan in normale omstandigheden bovenbe
doelde marschnelheid, met de daaraan verbonden loopsnelheid van
5.175 K.M. in 60 minuten, zonder de gevechtswaarde van den
troep te schaden, 5 uur volgehouden worden (z.g, normale prestatie).
Medische proefnemingen hebben nu geleerd, dat in normaal tempo
per K. G gewicht, dat 1 M ver over een vlakken weg wordt
voortbewogen, 0.25 KGM meer energie verbruikt moet worden dan
in den toestand van rust.
Stellen we nu het gemiddeld gewicht van den Europeaan, gelijk
dat algemeen wordt aangenom.n, op 70 K. G. bij een lengte van
1.70 c.M., dan moet het lichaam van den volledig bepakten Eur.
fuselier verplaatsen 70 K G de verpakking, welke volgens de ge
gevens in het 2e. Wetenschappelijk Jaarbericht, met inbegrip van een
gevulden eetketel, doch zonder extra-patronen, bedraagt: 25.1 K G -)-
0.7 KG. 26 KG. In totaal moet dus 96 KG. worden verplaatst.
In één minuut bedraagt die verplaatsing 115X0.75 M. 86 25 M.
(de KM. in 11,5 minuut).
Verbruikt wordt dus per minuut 86.25 X 96 X 0.25 K.G.M. 2070
K.G.M.
Bij marschen langs stijgende wegen moet het tempo vertraagd
worden, om te voorkomen, dat door meerder krachtsverbruik het
lichaam te veel vermoeid wordt.
Volgens gegevens uit boven reeds aangehaald artikel is per K.G.
gewicht, dat 1 Meter wordt opgeheven gedurende het marcheeren
langs een stijgenden weg, eene energie-aanwending noodig van
2.8 K G.M. Noemen we nu de snelheid, waarmede gemarcheerd
wordt x M. per minuut en het verhoudirgsgetal van aanleg en
hoogte der helling a, dan wordt, als we de lengte van de helling
gelijk stellen aan den aanleg, per minuut XxM gestegen. Voor de
verplaatsing in horizontale richting wordt dan verbruikt eene energie
van 96 xX0,25 KGM en voor het daaraan verbonden stijgen
96 X 7 xX 2.8 KGM. Het totaal hiervan mag de voor het marcheeren
langs vlakke wegen berekende prestatie van 2070 K. M G. niet
overschrijden, terwijl in overigens normale omstandigheden het niet
daaronder mag dalen.
Dus: 95 x X 0.25 96 x{ x X 2.8 2070.
(24 x 2070.
(2 x 172.5
1725
Door nu voor a achtereenvolgens de verschillende verhoudings
getallen te nemen, in de Terreinieer voor flauwe tot sterke hellingen
aangegeven, kan het aantal M. berekend worden, dat in maximum
op elke helling per minuut kan worden afgelegd.
462
H
22 4