legerwezen op eigen paden te voeren, met vreugde worden begroet. Zulk een voorstel is te vinden in een werkje van Oberst F. Qertsch getiteld Maschinengewehre. Oberst. F. Gertsch, reeds bekend om zijne geschriften over den Russisch-Japanschen oorlog, meent: „Wij kunnen er niet aan denken evenals de millioenenlegers van de 'groote mogendheden te trachten het doel te bereiken door den stoot der menschenmassa's zonder rekening te houden met de of fers, die moeten worden gebracht. Daarvoor is ons leger te klein en de uitwerking der moderne vuurwapens te groot. Wij mogen, maar behoeven ook niet na te volgen, wat anderen doen. Dat was al reeds veel te lang onze gewoonte en het heeft ons slechts onze kerheid en onzelfstandigheid gebracht en voerde ons tot aan den rand des afgronds Ook kan Zwitserland niet met de andere landen concurreesen met betrekking tot het zware geschut, zoodat het zich nooit in een loopgravenoorlog, zooals hij tegenwoordig wordt gevoerd, kan inlaten." Oberst Gertsch zoekt de oplossing voor deze moeilijkheden in een ruim gebruik van het machinegeweer. Naast het zware geschut is ongetwijfeld het machinegeweer het voornaamste vuurwapen ge bleken en aangezien de vuurkracht van een enkel geweer die van een compagnie Infanterie overtreft, wordt voorgesteld het machi negeweer aan te nemen als hoofdvuurwapen van de Infanterie en dus de Infantei ie met machinegeweren te bewapenen. De te genwoordig bestaande afdeehngen, welke een vuurreserve zouden zijn in de hand van den Alg. Bevelhebber zouden dan komen te vervallen. Zij waren het product van een slaafsche navolging van de mode. Elke sectie infanterie zal minstens 2 machinegeweren moeten hebben, dus het bataljon 32, liefst 48, waardoor de vuurkracht van het bataljon 10 a 15 maal grooter wordt. Voor munitie-sanvoer zijn 32 karren met één paard en vier motorwagens noodig, waar mede per M. G. 20000 patronen kunnen worden aangevoerd. Maar dan behoeft de munitie-uitrusting van den man niet zoo groot te zijn. Met 54 patronen kan worden volstaan. Ook is het niet noodig, dat de infanterist met het geweer woidt bewapend, want op groote en middelbare afstanden doen de M. Gn het werk. De voordeelen van een en ander springen in het oog, want de belasting van den man wordt van 29 K.G. op 8 K.G. teruggebracht. Ook het treinwezen wordt besproken en aangedrongen op veel ruimer gebruik van motorwagens, zelfs in de troepentreinen. Ge bruik van dit versnelde middel van vervoer zal in staat stellen de bagagetrein ver achter te laten, terwijl toch kort na aankomst in het bivak daarover kan worden beschikt. Op deze wijze meent Oberst Gertsch te kunnen komen tot een nationale strijdwijze, waarvan het hoofdkenwerk is de goed met machinegeweren bezaaide vuurlijn. Referent stelt zich zeer sympathiek tegenover deze van het ge wone zoo zeer afwijkende voorstellen. Hij noemt ze weldoordacht en steunende, op wat voor Zwitserland praktisch bereikbaar is D. 473

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 95