meen Regeerder, en welke Nederlandsche benamingen wil men
geven aan nagenoeg alle rangen en aan tal van instellingen in het
Leger? Of zal een Kapitein van den Generalen Staf voortaan mis
schien Hopman van den Algemeenen Staf en de Secretaris van de
Permanente Militaire Spoorwegcommissie wellicht Geheimschrijver
van het Duurzame Krijgsmansachtige Spoorweglichaam moeten
heeten
Men zal nooit tot een consequente toepassing geraken, te
meer, daar - aangenomen, dat het ooit zou gelukken in ambtelijke
stukken en briefwisselingen daarnaast de taal blijft bestaan, zoo
als die gegroeid is en zal groeien en waarin zich tal van vreemde
woorden zullen handhaven en zulks terecht, omdat de Nederlandsche
woorden ontbreken, Het eenige dan, dat bereikt wordt, is, dat er een
nog grooter verschil ontstaat tusschen ambtelijke en niet-ambtelijke
taal. Of dit een voordeel is?
Uit een politiek oogpunt is het verschijnsel ook niet geheel
zonder bedenking. Uit den aard der zaak is de strijd vrijwel uit
sluitend gericht tegen Fransche woorden dan wel woorden van
Franschen oorsprong. Hoewel we volgaarne aannemen, dat de
beweging niet geboren is uit anti-gealliëerde gevoelens, lijkt het
ons in de gegeven omstandigheden beter om zelfs den schijn te
vermijden en kwaadwillenden zouden uit het feit, dat de taalbe
dervende germanismen, vooral in militaire litteratuur en reglemen
ten, welig voortwoekeren, wel eens tot die conclusie kunnen komen.
Gelukkig echter kan in het ergste geval de "dinner-jacket novelle"
als pro tegen het contra worden uitgespeeld.
Hare Majesteit de Koningin zegt in het K.B. betreffende de for
matie van het Leger in Nederlandsch-Indië, dat aan het hoofd van
dat Leger staat een Luitenant-Generaal met den titel van Comman
dant van het Leger en Chef (niet Hoofd) van het Departement van
Oorlog. Verder spreekt H.M. in dat besluit van een Chef van den
Generalen Staf, van de bureaux van het Departement van Oorlog,
van Inspecteurs van Wapens, van Hoofdintendant, Chef van de In
tendance, van Chef en Sous-Chef van den Topografischen Dienst,
waarbij o m. ook is ingedeeld een Chef der reproductie.
Wellicht is het niet ondienstig dit eens in herinnering te brengen.
Bandoeng, 6 Juni 1917, j. Beumer,
Kapitein van den Generalen Staf.
1). Zoo lezen we in de begrooting van Apothekers, Pharmaceuten en
artsenijmengers, van moderniseering van de vuurwerkerij, van een onder-
hoofd (wat is dat?) der artillerie, enz. enz.
558