Nu is de man zoover, dat hij met de minste geoefenden van de compagnie kan meeschieten. De geheele recrutenopleiding heeft ongeveer 5 ir aanden geduurd, terwijl het schieten op de schijf niet vóór de <de maand der opleiding aanvangt. fs de recrutenopleiding goed geweest, dan is het bemoedigend, te zien, hoe de man in schietvaardigheid vooruitgaat, zoodat ik hier meerdere voorbeelden heb van soldaten, die na 1 a IK jaar in dienst te zijn, scherpschutter zijn. Het gemakkelijkst gaat de opleiding bij recruten, die vroeger nog niet gediend hebben, terwijl bij oudere soldaten echter het voor deel niet mag onderschat worden, dat deze als regel de richting reeds onder de knie hebben. Daar staat echter bij deze laatsten veer tegenover de groote moeilijkheid, die het afleeren van vroe ger aangewende fouten meebrengt. Op deze wijze opgeleide recruten konden ook aan niet te moeilijke gezamenlijke oefeningen met vrucht steeds deelnemen. De verdere opleiding bij de compagnie is nu als volgt. De schut ters zijn verdeeld inscherpschutters, geoefende schutters en minder geoefenden, in verband met welke verdeeling de te schieten oefe ningen steeds worden bepaald. Er wordt zorg gedragen, dat tegen den tijd van de S. S.-proef in Juli en December de minder geoefenden zoover zijn, dat zij als regel tot de geoefenden kunnen overgaan. Aan de S.S.-proef en aan het prijsschieten nemen minder geoefenden niet deel, terwijl geoefenden, die blijken geven van achteruitgang, ook uitgesloten worden. Na elke S. S.-proef wordt wederom een schifting gehouden voor hen, die het noodig hebben nog eens de eenvoudiger oefeningen te doorloopen. De soldaat wordt als regel vrij gelaten in de houding, waarin hij moet schieten, doch daar dan allen de liggende houding ver kiezen, moet ik, teneinde de andere houdingen niet te verwaar- loozen, van tijd tot tijd de knielende en staande houding voor schrijven. Er wordt als regel tweemaal in de week geschoten, steeds met lijdopneming; onverwacht te voorschijn komende schijven zijn 3 seconden zichtbaar, terwijl de schijven de grijsgroene kleur hebben, waardoor de zichtbaarheid zeer gering wordt. De brigade- en sectiecommandanten moeten steeds op de hoogte zijn van de schietvaardigheid van de soldaten en vooral van de fouten, die zij nu en dan vertoonen. Deze fouten worden er uitgehaald, alvorens de man wederom mag schieten. Want dit is een feit, dat 480

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 10