opgeleid en dus eerst veel moesten afleeren, alvorens het nieuwe te kunnen aanleeren. Deze minder gunstige resultaten waren koren op den molen van officieren, die (uit onbekendheid met de methode) deze afbraken, doch het vervolg heeft hen er van genezen. De latere uitkomsten hebben de deugdelijkheid van de methode doen uitkomen. Bij de S. S. proeven in December 1915, Juli 1916 en December 1916 voldeden respectievelijk 10, 8 en 12 schutters van de 66, 57 en 61 deelnemers. Thans is de troep aan niet-recruten sterk 72 geweer- dragenden daarvan zijn 18 scherpschutters, een percentage, dat overeenkomt met de door den steller der stellingen, hiervoren aan gehaald, gestelden eisch. Bij het prijsschieten in 1916 behaalden 12 van de 83 deelnemers een schietprijs. Bij de gezamenlijke oefeningen zijn steeds trefferprocenten ge haald, die beter waren, dan ons voorschrift aanhaalt, terwijl meer malen de eisch, aan scherpschutters te stellen, overschreden werd. Of de J. S. A. op het gevechtsveld zal voldoen, is nog een open vraag, doch dat hij niet zal voldoen, kan ik niet aannemen, vóór ik deugdelijke bewijzen onder de oogen krijg. Ik voor mij heb geen Engelsche bronnen daarover kunnen raadplegen, doch al was dat zoo, ik zou ze niet zoo voetstoots gelooven, indien ik niet er van overtuigd was, dat werkelijk J.S. A.-schutters zijn bedoeld en geen snelschutters, waarmede zij meestal worden verward. Wel heb ik photo's gezien van troepen met het geweer in den aanslag (blijkbaar tot het afgeven van het salvovuur) op het Engelsche gevechtsfront in België, waaruit onmiddellijk te zien was, dat dit troepengedeelte niet in den J. S. A. was opgeleid en waar uit de verschillende hoog ten, waarop zich de trompen bevonden, direct kon opgemaakt wor den, dat van treffers voor die troep weinig sprake kon zijn. Iemand, die kijk heeft op den aanslag, ziet uit de wijze, waarop deze wordt uitgevoerd, zonder dat hij het doel ziet, of geraakt is dan niet. Er is echter geen enkele reden, waarom de J.S. A op het gevechtsveld minder zal voldoen dan de oude methode; men heeft, om tot die conclusie te komen, slechts de verkeerde idee te laten varen, dat de J. S. A snel schieten beoogt. Zij, die dit meenen, geven blijken de methode niet te begrijpen. In elk geval is het met het vele te hoog schieten gedaan bij een goed opgeleiden troep, terwijl zulks bij de oude methode regel was. Wie herinnert zich niet de vroegere ge zamenlijke oefeningen, waarbij men een doorloopend gefluit op de (1) De rest is bij de politie gedetacheerd en neemt geen deel aan de schietoefeningen. 483

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 13