banen hoorde? Hier is te hoog schieten uitzondering en gefluit van over den kogelvanger vliegende kogels hoort men nimmer. Juist in de begroeide Indische terreinen, waar de doelen slechts zeer korten tijd zichtbaar zullen zijn, komt de J. S A. tot zijn recht, terwijl het geaccidenteerde terrein in Oost-Indië in het geheel geen bezwaar behoeft te zijn. De J. S. A. wordt niet beoefend in zuiver horizontale richting. De hoofdeisch oog korrel doel wijst hier den weg. Waar het doel ook geplaatst is, deze eisch blijft bestaan en daarop moet de opleiding gericht zijn. Het drukpunt nemen kan geen moeilijkheden opleveren, indien slechts niet vergeten wordt, dat ook dit onderdeel een aparte oefe ning eischt. Er moet echter in elk geval op gelet worden, dat het drukpunt gedurende en niet na den aanslag genomen wordt, zooals ik meermalen van soldaten, die in Oost-Indië hadden gediend, ge zien heb Juist de J S. A. doet het bezwaar van het drukpunt in het algemeen vervallen, daar bij een goeden aanslag een schot door het drukpunt toch een treffer is. Ieder soldaat met goede oogen kan volgens den S. A. een behoorlijk schutter worden. Oudere menschen, wier lichaam niet door gymnastische oefeningen is ont wikkeld, hebben uit den aard der zaak meer moeite dan anderen, bij wie dit wel het geval is. Jongere soldaten leeren het allen Ook de zwakste soldaten (die toch altijd nog p'hysiek zijn goedgekeurd) kunnen den aanslag leeren en vooral voor de zwakkeren zullen de voortdurende gymnastische aanslag-oefeningen heilzaam werken. Ik zie dan ook niet in, waarom de Javaan het niet zou kunnen lee ren. In elk geval zal hij, is de opleiding goed, beter leeren schieten dan volgens de oude methode, waarbij hij niet zooveel of in het geheel geen spierengymnastiek maakt en dus meer moeite met zijn zwaar geweer had. Een schutter, die niet meer dan 10 gerichte schoten in de minuut kan afgeven, mag niet op de baan komen. Die schutter is nog te ongeoefend om te schiettn. Voor 10 patronen sta ik met inbegrip van het navullen, dat ook een aparte oefening eischt, hoogstens 30 tot 35 seconden toe, hoewel ik nimmer een premie toe ken, wanneer daarvoor meer dan 30 seconden worden gebruikt, evenmin als ik voor het 5-patronenvuur beloon, als dit op den afstand van 3C0 M. of minder in meer dan 15 seconden wordt afgegeven. Ik eisch binnen die tijdsgrens goede resultaten en dit is zeer goed mogelijk, zonder dat het schieten jachten wordt. Overplaatsingen werken natuurlijk belemmerend op de opleiding, doch als de instructeurs de methode kennen, dan vervalt een groot deel van dit bezwaar. 484

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 14