Een groote stap voorwaarts zou zijn, als bij de officiersopleiding
en ook bij de kaderopleiding speciaal aan de practische opleidirg
tot instructeur in het schieten meer aandacht werd geschonken.
Dat eischt een half uur a één uur per dag.
Het prijsschieten heeft met de schietopleiding in zooverre te
maken, dat het een prikkel is om zich in te spanneneen soldaat
hecht zeer veel aan een schietprijs, doch daar hij op den dag, dat
hij een prijs behaalt, gaarne dit feit eenigszins feestelijk wil vieren,
moet er een geldprijs aan verbonden zijn. Ik zou het prijsschieten
niet gaarne missen.
Alleen scherpschutters aan wedstrijden te doen deelnemen, is
niet goed gezien; de eischen voor S. S. zijn zwaar, konden zelfs
nog iets zwaarder zijn, terwijl er veel goede schutters zijn, die niet
aan den eisch voldoen. En men kan toch een goed schutter zijn
zonder scherpschutter te zijn. Het zou ontmoedigend werken, om
deze schutters uit te sluiten. Ons schietvoorschrift is ook in dit
opzicht te streng, daar dit alleen hen tot de wedstrijden wil
toelaten, die steeds goede resultaten hebben en dit is een on
mogelijke eisch. Laat ter teoordeeling aan de compagniescom
mandanten hen aan het prijsschieten deelnemen, die gedurende het
afgeloopen schietseizoen bevredigend geschoten hebben, en wanneer
men nu niet al te angstvallig is met het verleenen van de ver
gunning tot deelname, dan zal de ambitie vermeerderen. Welk
kwaad wordt er mee gesticht, als er eens een enkele keer een minder
goed schutter aan het prijsschieten of aan de S. S.-proef deelneemt?
In elk geval veel minder dan wanneer iemand, die als regel goed
schiet, uitgesloten wordt, omdat hij een paar malen minder gelukkig
is. Voortdurend goede schietuitkomsten heeft niemand, dit is een
onmogelijke eisch. Trouwens in geen enkele tak van sport heeft
men altijd succes.
De legerwedstrijden zou ik ingericht willen zien als in het
Duitsche leger, waar één wedstrijd-oefening voor alle compagnieën
wordt uitgeschreven en waarbij dan om den Keizerprijs wordt ge
schoten. Dit zou ook bij ons het geval kunnen zijn, door op een
bepaalden dag of in een bepaalde week een door het legerbestuur
uitgeschreven oefening door b. v. 100 man per compagnie te doen
schieten en de prijswinners daarvoor een onderscheidingsteeken
toe te kennen. Daardoor zou een veel beter beeld van de schiet
vaardigheid onzer infanterie worden gegeven dan nu, dat we een
gewoon schietconcours houden, waaraan slechts een klein procent
van onze schutters deelneemt. Ik heb hier Duitschers gesproken,
485