dan niet door natte slooten is begrensd; de ruimte tusschen de
lijn, welke Vi. m M. bedraagt, blijft ongekleurd.
Voetpaden. Aan te geven door eene lang gestippelde zwarte
lijn. Worden slechts dan voorgesteld, indien zij goed begaanbaar
zijn en de verbinding vormen tusschen andere wegen. 2)
Mijne Belgische legenda kan ik niet terugvinden; op het 1:4C.CC0
blad, hetwelk ik op wandelingen in de omstreken van Dinant gebruikte
en dat zeer duidelijk is, komen evenwel de volgende wegsoorten
voor:
Route pavée ou empierrée, dikke kantlijnen op 0.6 m.M. afstand,
roode bies.
Chemin pavé ou empierré, eene dunne en een dikke kantlijn op
0.5 m.M. afstand, roode bies.
Chemin vicinal, eene dunne volle en eene lang gestippelde kantlijn,
0.5 m.M. tusschenruimte.
Chemin d'exploitation, lang gestippelde kantlijnen op 0.5 m.M.
afstand.
Sentier, enkele lang gestippelde lijn.
Vestiges d'anciennes voies romaines, dubbele kantlijnen, streep,
punt, punt, streep, tusschenruimte 0.8 m.M.
De Engelsche Ordnance Survey onderscheidt, zooals „the charac
teristic sheet" 3) leert, op de one-inch-kaarten (1:63.360):
Metalled Roads First Class j Fenced
Second or
Third unfenced, 4)
Unmetalled Roads.
Footpaths.
1) Van karresporen in heidevelden alleen de voornaamste voor te stellen
d. w. z. die, welke als verbindingswegen zijn aan te merken. De van
de hoofdsporen uitgaande vertakkingen worden slechts over eene lengte
van ongeveer 100 M. geteekendde overige sporen niet aan te duiden.
2) Slechts in streken, waar geen betere communication worden aange
troffen, mogen ook minder goed begaanbare voetpaden worden geteekend,
zelfs die waarbij overgangsmiddelen over de slooten ontbreken. De min
dere begaanbaarheid (bijv. drassig terrein gedurende het grootste gedeelte
van het jaar) moet duidelijk uit de kaart blijken.
3) The characteristic sheet is the key of the system of conventional
signs employed on the map. A. R. Hincks. Maps and Survey.
4) Metal, hier gruis, grint. Fence heining, schutting, haag.
513