2o Voor militaire doeleinden, een mengsel van 70% pikrinezuur
en 30% schietkatoen opgelost in aceton of aether-alkohol.
30 Later liet men het schietkatoen weg en gebruikte alleen pi
krinezuur, dat bij 130 a 135° werd gegoten.
Het Engelsche lyddit, zoo genoemd naar het plaatsje Lydd, waar
de proeven plaats vonden, is wel bekend uit de Zuid-Afrikaansche
oorlog.
Het Japansche schimose is het Fransche melinite met 99.8%
pikrinezuur.
Om enkele zeer onaangename eigenschappen bezigde men instede
CH3
van het phenol het araloge kresol C6 H4 en verkreeg
OH
door nitreering het trinitro kresol.
In Frankrijk werd een mengsel van pikrinezuur en trinitrokresol,
het kresyliet genaamd, als vulling voor granaten in gesmolten
toestand verwerkt.
Ook andere landen maakten gebruik van kresyliet, hoewel niet
gemengd met pikrinezuur, doch als zoodanig zond.gr bijvoeging.
In Oostenrijk werd onder den naam van ekrsiet gebruikt het
ammoniumzout van trinitrokresol. Doch ook deze springstof was
geen lang lot beschoren.
Tot invoering kwam het in de meeste landen niet en bleef het
bij proeven. Geheel anders werd htt met de ontdekking van een
veel betere explosiefst of, het trinitrotoluol.
Aangezien de phenolen zich lieten nitreeren, beproefde men
dit ook met de aromatische koolwaterstoffen. En hoewel moeilijker
dan de phenolen, slaagde men er in ook de aromatische koolwater
stoffen hoogwaardig te nitreeren.
Voor dit nitreeren waren sterke zuren noodig en deze waren
tot nu toe een groot bezwaar, totdat in 1900 door de Badensche
Aniline en Sodafabriek het middel werd gevonden zuren van elk
gewilde concentratie te leveren.
Reeds vroeger had men getracht aromatische koolwaterstoffen
te nitreeren.
In 1834 had Mitscherlich het n i t r 0 b e n z 01 (Ce H5 NO3) ont
dekt, terwijl in 1841 Deville het metadinitrobenzol en
het n i t r 010 I u 01 maakte.
Het nitreeren strekte zich uit tot alle koolwaterstoffen, aanvan-
519