is het a. trinitrotoluol ,het 1,2,4,6.in den handel met een smelt- punt van 80,6°. Het 0 product heeft een smeltpunt van 122° en het y product smelt bij 104°C. Trotyl vormt lichtgele kristallen, met een dichtheid van C,8a0,9. Zooals reeds gezegd, smelt het bij 8C°. Hierdoor is het vloeibaar maken op een waterbad mogelijk. Gesmolten kan het onmiddellijk in projectielen worden gegoten, zonder gebruik van een kartonnen koker, daar trotyl ongevoelig is voor metalen. Een merkwaardig iets is de dichtheid, verkregen bij het gieten. Deze is n.l. 1,5 en kan zonder groote moeite tot 1,55 zelfs tot 1,60 opgevoerd worden. Grootere dichtheid gaat met bezwaren gepaard, daar dan de af koeling onder druk moet geschieden. Samengeperst onder een druk van 3C00 K. G. per c.M2. wordt een dichtheid van 1,6 tot 1,65 verkregen. De ontsteking van gego ten trotyl is moeilijker dan van geperst. Trotyl lost in water nagenoeg niet op. Oplosmiddelen zijn alko- hol, aether, enz. Trotyl heeft een absolute chemische stabiliteit, is ongevoelig voor schokdruk, vocht en temperatuurswisseling; de duurzaamheid is onbegrensd, het heeft een groote springwerking en is makkelijk te behandelen. In torpedo's wil men het vervangen door het hexani- trosulfobenzide, daar men van de gaswerking onder water te ge ringe resultaten kreeg. Dit onderwerp heeft vooralsnog te weinig praktijk, wellicht dat na den oorlog hieromtrent meer bekend zal worden. In den laatster tijd worden granaten gebruikt met een brisante springlading teneinde ook tegen levende doelen aangewend te wor den. Daar hiervoor ook de gietijzeren granaat weer gebruikt wordt, is het dus met het oog op de grootere wanddikte en dus een kleinere ruimte voor de springlading noodig gebruik te maken van een springstof met zeer brisante eigenschappen, teneinde een even groot nuttig rendement te krijgen als bij den stalen granaat. Proeven bij de P. W. alhier hebben een zeer gunstig verloop. De alhier beproefde projectielen waren alle voorzien van een ge goten trotyllading. Het onmiddellijk in het projectiel gieten heeft dit voor, dat de wijze van werken zeer eenvoudig is. Alleen is bij het gebruik van hulzen de opsluiting meer verzekerd en hiermede gepaard gaande grootere explosiefwerking en hierdoor weer een kleinere lading 523 I. T. M. 35 1917.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 65