2° de bijvoeging van stoffen, welke de detonatie verzekeren, is
noodzakelijk,
3° bijvoeging van stoffen, die de springkracht verhoogen, o.a.
alluminium,
4° zoo mogelijk gebruik in plastischen vorm,
5° voorkoming van het samenkoeken der lading bij het schot.
Bij de bereiding van salpeter {gaat men uit van NH4OH. Bijna
alle ammoniak wordt uit de steenkool verkregen. Om nu ammo
niumsalpeter te maken kan men op verschillende manieren te werk
gaan.
1° uit salpeterzuur en ammoniumhydroxide. Deze bereiding weer
onder te verdeelen in:
a uit ammoniakhoudend water en verdund salpeterzuur,
b uit gasvormig ammoniak en verdund salpeterzuur,
c uit ammoniakoplossing en gasvormig salpeterzuur,
d uit gasvormig ammoniak en salpeterzuurdampen.
2° door omzetting van ammoniumsulfaat met natriumnitraat,!
3° door inwerking van koolzuurammoniak op natriumnitraat,
4° op verschillende andere wijzen, waarvan alleen genoemd de
bereiding volgens Siemens en Halske. Deze maken het
ammoniumnitraat synthetisch uit de stikstof en zuurstof, in
de dampkring aanwezig, door electrische ontladingen in te
genwoordigheid van ammoniakgas.
Het ammoniumnitraat heeft de volgende eigenschappende smaak
is bitter, het is, zooals reeds gezegd, zeer hygroscopisch en werkt
op metalen in als een zuur, vandaar dat bij de behandeling van
geconcentreerde oplossingen steeds geëmailleerde vaten moeten
worden gebruikt. Het smeltpunt variëert tusschen 150 en 170°, al
naar gelang van het vochtgehalte. Bij verwarming tot 30G°C volgt
explosie. Werpt men salpeter op een roodgloeiende plaat, zoo
ontploft het met geel licht en een zwakke knal, terwijl stikstof,
stikstofoxyde en waterdamp ontwijken.
Volgens Bertelot :kan salpeter op 7 verschillende manieren ont
leden n.l.
NH4N03 NH3 HN03
2 NH4N03 2 N2 02 4 H20
NH4N03 N20 2 H20
2 NH4N03 2 NO f N2 f 4 KjO
2 NH4N03= IM N2+ N02 -f 4 H20
3 NH4N03 2 N2 N2Os 6 H20
5 NH4N03 2 HN03 4 N2 9H20
527