In alle landen zijn de salpeterspringstoffen in andere verhouding
en uit andere bestanddeelen samengesteld. Turpin vervaardigde in
1884 een springstof van de volgende samenstelling:
100 din. NH4N03, 5,75 din. parafine (C21H56), 7,12 dln. hars
(C20H30O2) of in de plaats van hars 9,2 dln. mononitronaphtaline
(C20H7NO2).
Het toevoegen van parafine geschiedde om de hygroscopiteit te
verminderen. Mengsels van ammoniumnitraat en trinitrobenzol,
trinitronaphtaline, trinitrotoluol en alluminiumpoeder, enz. komen
veel voor onder oneindig vele namen. In Duitschland zijn met het
a m m 0 n a a 1 proeven genomen, echter zonder goede resultaten. De
samenstelling was als volgt:
0,47 ammoniumnitraat, 0.30 trinitrotoluol, 0.22 alluminium, 0,01
kool. De ontleding hiervan was:
54,5 NH4NO3 -I- 37,8 A!2 -|- 12,3 C7H5(N02)3-|- 7,7 C-| 7,1 02
72,9 N2 -|- 63 CO -I- 1,2 02 -|- 37,8 A1203-|- 123,75 H2-|- 30,8 C02-|-
11 H20.
Door de bijmenging van alluminium of magnesium stijgt de ont-
ploffingstemperatuur. Zoo is de berekende ontploffingstemperatuur
van ammonaal 4169°C. Ammonaal is ook sterk hygroscopisch.
Geperst is het moeilijk tot ontsteking te brengen. De detonatie-
snelheid is zeer gering en dus bij ontijdige springers gevaar voor
de bediening niet groot. Het is vooral Oostenrijk geweest, dat het
ammonaal in gebruikvaardigen toestand heeft gemaakt.
De ammoniumnitraatspringstof, welke in Indië voorkomt, is het
steenromaniet van de romanietfabriek te Batavia. Een mengsel
van ammoniumnitraat, trotyl en alluminiumpoeder. Ook hier is
gebruik gemaakt van Al. om de springkracht te verhoogen, daar
bij explosia het Al. wordt omgezet in AI2O3. Het groote gehalte
van ammoniumnitraat maakt, dat ook deze springstof uiterst vocht-
aantrekkend is. Het steenromaniet is samendrukbaar en gaf onder
het valtoestel verschoten met een valgewicht van 5 K.G. bij een val
hoogte van 800 m.M. nog 20 °/0 ontstekingen. Dan is nog een groot
nadeel de weinig homogeniteit, daar groote korrels trotyl werden ge
vonden, waardoor groote spreidingen in de scherfwerkirg zal ont
staan, bij gebruik als projectielvulling.
Over het ammonaal schrijft Bravetta: het ammonaal is zeer
hygroscopisch en moeilijk tot detonatie te brengen. Door samen
persen en parafineering tracht men deze eigenschappen te elimineeren.
Door persing ontkomt men ook aan de samenkoeking bij het schot.
De springkracht is naar believen te regelen door wijziging der
528