Worpgeschul bij bet ueldleger.
Het is algemeen bekend, dat het materieel onzer vestingartil
lerie dringend vernieuwing eischt en het heeft dan ook niet ontbroken
aan tijdschrift- en courantenartikelen, waarin invoering van het
een of andere zware-geschuttype bepleit werd. Nu is het stelsel
van landsverdediging de grondslag van de organisatie der vesting
artillerie, evenals van elk ander onderdeel van het krijgswezen en
zoolang niet bekend is, in hoeverre die artikelen samenhangen
met de wijze, waarop het legerbestuur zich voorstelt dezen grond
slag na den oorlog, wanneer alle technische hinderpalen verdwenen
kunnen zijn, te vormen, hangen zij min of meer in de lucht. Dit
is dan ook het geval met dit artikel, waarin eenige regels gewijd
worden aan de soort van worpgeschut, dat wij bij het veldleger
noodig kunnen hebben.
In den laatster, tijd is men met inspanning van alle krachten
bezig de artillerie van het veldleger te versterken door tot de
vestingartillerie behoorende vuurmonden door middel van inheem-
sche paarden en autotrekkracht de noodige beweegbar rheid te
verschaffen. Zoo werden de oude proefkanonnen van 7 cM. L/28
bespannen gemaakt en het Wetenschappelijke Jaarbe richt over 1915
der I. K. V. vermeldde de oprichting van 2 autobatterijen, elk van
3 kan. van 7,5 cM. L/30. In hetzelfde jaarbericht werd het moge
lijk genoemd, dat men nog zou komen tot de oprichting van mobiele
houwitser- of mortierbatterijen, waarvoor echter thans alleen de
reeds hoog bejaarde houwitsers en mortieren van 12 cM. A. be
schikbaar zijn.
Eene talrijke hoeveelheid worpgeschut is voor ons veldleger
een dringende eisch n>et alleen om aanvallend te kunnen
optreden, doch ook om zoowel bij den aanval als bij de verde
diging vuur te kunnen brengen in de vele terreinplooien en ravijnen,
waarin de tegenpartij voor vuur uit vlakbaangeschut nagenoeg ge-
1) Zie ook I. K. V, No. 57, blz. 17, 18, 19 en 20 en blz. 30,31,32 en 33.
533