zelfs een strafregister in handen, waaruit bleek, dat stb. no. zooveel bij den vorigen c.ct. maar niet had kunnen afleeren, wat hem door weer een voorgaanden c.ct. of bij een ander koips geleerd was, wat ik hem nu ook wilde leeren! Omtrent die eenheid van handelen zij dan het volgende opge merkt. Mogelijk zal men willen aanvoeren, dat het er weinig toe doet, of de voorgaande, dan wel de volgende afdeeling de verbindingsrotten geeft. Moet de voorgaande (kleinere) afdeeling dit doen, dan zal men, om die afdeeling niet al te zeer te verzwakken, immers daar idem zooveel man meer bij indeelen (door b.v. den voortroep een brigade sterker te maken). Dan zijn het per slot van rekening toch dezelfde menschen, die veibindingsrotten vormen, de achtersten van den voortroep of de voorsten van den hoofdtroep. Indien u dat dan zoo onverschillig is, geef mij dan mijn zin. Ik verkrijg dan eenige voordeelen: Stel, eene colonne moet op een aangegeven uur een bepaalde opstelling innemen. Dan gaan de kleinere onderdeelen tot op de aangegeven afstanden vooruit. Uit die afstanden en den afstand der verb rotten volgt het aantal dezer. Neemt men voor dezen laatsten afstand b.v. 50 M., dan kan de ct. van de afdeeling. die volgt, de verb, rotten laten opstellen op 50 M. afstand, b.v. door telkens 2 man vooruit te zenden, en als die £0 M. hebben afge legd de 2 volgende, tot de vereischte tolale afstand is verkregen. Bochten, hellingen, begroeiing en fouten maken, dat deze methode op een verschrikkelijk heen en weer geloop van minstens den brigadecommandant neer komt. Beter is het de noodige man schappen dadelijk aan de voorgaande afdeeling mede te geven en dan na elke 50 M. een rot achter te laten. Zijn de voor de verb, rotten bestemde manschappen verbruikt (ik neem voor ieder vak van £0 M. een rot, zoodat het voorste rot tegen de voorste afdeeling aansluit), dan is tevens de totale afstand bereikt en is dus b.v. de hoofdtroep op de goede afstand van de hoofdmacht gekomen, en moeten dus alleen voortroep en spits doorgaan. Het is daarom m.i. gewenscht, dat dz gegeven verb, rotten tot de voor gaande afdeeling behooren en dus onder den ct. daarvan staan. Deze, die voor de verbinding met den hoofdtroep verantwoordelijk is, alsmede voor het bewaren van den afstand, heeft geen com mando over die organen, die tot dat doel worden bestemd! Wordt de voorste afdeeling van b.v. de hoofdmacht zijwaarts uitgezonden, dan gaan de verb, rotten natuurlijk niet mede, zoodat het beter is, dat ze er niet toe behooren. Bij een achterhoede hebben telkens de commandanten der volgende afdeelingen meer om handen dan die der voorgaande. Alleen wan neer beschikt wordt over voldoende achterhoede-cavalerie en het daardoor bekend is, dat de vervolging verflauwt, kunnen de marsch- vorm normaler en de afstanden standvastiger worden. Wordt er weinig of niet gevochten, dan moeten vooral de cten- der achter ste afdeelingen toch voortdurend bedacht zijn op de mogelijkheid 539 1. T. M. 36 1917.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 85