wordt, in een behoefte voorziet, o. a. laat staan, of hun die
facultativiteit wordt medegedeeld. De kleermakers zullen het nut
wel betoogen en allen zullen zich een m. i. geheel onnoodige vrij
groote uitgave moeten getroosten. Wij zullen dan n. 1. twee kostbare
uniformen hebben, die zoo goed als nooit gedragen worden, hoewel
de gewone uniform ten minste nog belangrijke diensten bewijst bij
verblijf in Europa.
In de eerste plaats onze gewone laken uniform. Wij hebben het
nu drie jaren zonder parades gedaan, zullen zij wel ooit weer inge
voerd worden? Het is nu geen tijd voor paradecultuur. De eerste
visite bij chefs? Mij zijn generaals en kolonels bekend, die steeds
bij bezoeken te kennen geven in het wit te ontvangen en dat
aantal neemt in den modernen tijd steeds toe. Blijven dus alleen
over begrafenissen. En nu de avond-uniform. Misschien te Buiten
zorg of op recepties bij den Legercomandant, maar ook in dat
geval hebben wij bij een anderen titularis groote kans op ander
inzicht en zullen de heeren wederom met sabel moeten verschijnen.
Dezelfde redenen, waarom nu reeds tal van chefs liever in het wit
ontvangen, zullen ook na de invoering der avonduniform blijven
bestaan en daarin geen verandering brengen, maar bovendien, niet
tegenstaande wat de redactie daartegen aanvoerde, blijf ik toch be
weren, dat hooge linnen boorden al spoedig geen smakelijk gezicht
opleveren. Wij, die langer in Indië zijn, zien dat zoo niet meer,
maar ik herinner mij nog zeer goed, hoe vies ik het vond op mijn
eerste officëele avond in Indië en hoe daar een heer was die drie
boordjes als reserve bij zich had. Voor burgers kan dat nu eenmaal
niet anders, maar voor een officier vind ik zoo'n doorgetrans-
pireerd boordje of overhemd afschuwelijk. Waar aan dit uniform
in de buitenbezittingen wel nooit de eer zal worden bewezen, die
het toekomt en in de kleinere garnizoenen van Java, waar niet
minstens een zeer hooge autoriteit aanwezig is, evenmin, zal het
dan bij 3/4 der officieren alleen kunnen dienen als verzamelplaats
van naphtaline of tot vreugde van de motten. Mij is trouwens een
korps bekend, waar allen voor stemden, omdat zij toch niet van
plan waren het ooit aan te schaffen. Ook een opvatting. Wat nu
de opmerking betreft omtrent de Engelsche officieren, die ook
een avonduniform hebben, moet het mij toch van het hart, dat
ik het altijd betreurd heb, dat wij nooit eens ons zelf kunnen zijn.
Tusschen 1880 en 1890 verdwenen langzamerhand de uniformen
naar Fransche mode, omdat Duitschland nu den boventoon had,
en als morgen Rusland de militaire hegemonie in Europa zou
krijgen, zouden wij na eenige jaren Russische uniformen bij ons
zien verschijnen. Maar bovendien, ik heb in Engeland nooit, bij
welke gelegenheid ook, in „society" de officieren ooit uniform zien
dragen, ja dag- en werkdienst en andere kleine diensten in de
kazerne deden de heeren in burger. Vandaar in mijn vorig
artikel de vraag, of wij soms daarheen moesten.
Laten wij toch ons zelf zijn en het klein beetje Nederlandsche
traditie in het leger bewaren. Waarom kan bij ons niet „smart-
looking" zijn, wat het bij de Engelschen niet is.
Mars.
543