Ik ben als lid van een krijgsraad niet overtuigd van de schuld van beklaagde en deel dit den president op diens rondvraag dan ook mee. De meerderheid zegt schuldig en het woord schuldig wordt "Vu straf. Ik zit te piekeren en overleg bij mezelf, of ik me bij 't bepalen van den straf moet neerleggen bij 't besluit van de zoo even genoemde meerderheid, al dan niet. Ik wensch geen straf, om dat ik niet overtuigd ben van 's mans schuld. Dus dan handel ik buiten de meerderheid om en volg mijn eigen gevoel en geweten. Onderwerp ik me aan het oordeel van de meerderheid, dan sta ik nog voor 2 gevallen n. 1. 10 minimum straf eischen, wat dan zooveel mogelijk overeenstemt "Absoluut mijn gevoelens op zij zetten en me onderwerpende aan 't woord „schuldig" en alleen het strafbare feitmetdedaarop- gestelde straf met elkaar in overeenstemming brengen. Dus boven hVXTpmvan een krijgsraad indertijd sprak een collega me aan en zei: „Dat hadt je nooit mogen doen. Hadt dan tenminste maar 't minimum genoemd". N m m.: Waren namelijk de bewijzen niet voldoende en ik sprak dan' ook 't woord schuldig niet uit. De meerderheid echter we Bii rondvraag van den president om de op te leggen straf bleet ik, mijn eigen overtuiging volgende, beneden het minimum en eischte peen straf, bij gebrek aan bewijs. Noch de president, noch de auditeur-militair hebben hier iets van gezegd. Wel mijn collega medelid. Wie had nu gelijk Ceram, 13 Dec. 1916. UiDres-indemnileil in garnizoen. Mii is verteld, dat het bedrag voor vivres-indemniteit in garnizoen wordt vastgesteld in verband met de inschrijvingen der leveranciers van dat garnizoen. Dit kan misschien dikwijls een juiste maatsta» zijn, maar dat is het toch niet altijd, want in het groot kunnen de Chineezen wel eens een slag slaan. 15 ."e*> ~at in alle garnizoenen de detailprijzen der levensmiddelen in het vorig iaar enorm zijn gestegen en had het dus m.i onmogelijk moeten zijn dat bijv in Soerabaia de v. i. met 0.02 voor dit jaar is verminderd. Het lijkt een kleinigheid, maar is dat niet voor den fuselier, en gemopper is dan ook aan de orde van den dag. M. 546 A. M. SlEREVELT. Eerste-Luitenant der Infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 94