„De blauwe cavalerie is 3 April door overmachtige roode cavale rie op Poerwakarta terug geslagen." Uit deze en uit de le alinea van het algemeen denkbeeld is op te maken, dat de ontmoeting tusschen de eigen en de vijandelijke cavalerie heeft plaats gehad tusschen Tijkarnpek en Poerwakarta, terwijl de derde ons vertelt, dat de vijand, gebruik makende van zijn overmacht, zich vlak bij laatstgenoemde plaats heeft kunnen vastzetten. In verband met de taak, aan onze betrekkelijk zwakke ieger- cavalerie opgelegd, mag wel worden aangenomen, dat het treffen verrassend voor ons moet zijn geweest, dan wel dat de vijand buiten verwachting snel versterkt is kunnen worden. „Zware verliezen" toch moeten door het „gros", indien maar eenigszins mogelijk, worden vermeden, zoodat de commandant van de legercavalerie, indien daartoe niet genoodzaakt, zich wel voor een handgemeen met een veel sterkere tegenpartij zal wachten. Een verlies van 50 man mag in overeenstemming met het voor gevallene als nagenoeg juist worden aangemerkt. Verder kan, gezien de snelheid, waarmede door Blauw moet zijn teruggetrokken, als zeker worden aangenomen, dat de gesneu velden en de zwaargewonden, dat zijn dezulken, die niet in staat mogen worden geacht te paard te kunnen blijven, in handen van den vija d zijn gevallen. Hun getal zou volgens de cijfers, die Quanjer voor de onderver deeling der getroffenen aangeeft, 68% van het geleden verlies d.i. 34 man bedragen, waarvan respectievelijk 25gesneuveld, 15% onvervoerbaar en 28%, die alleen voor liggend vervoer inaanmer- 609 1 Mitr. Comp. 5e. Inf. XVI. 1 sectie genietr. 6e. le Afd. veld art. Inf. 1, 2 en 3,XX. Verbandsectie. Afstand 2 K.M. 7e. 4. Bagagetreinen. Dekking Inf. M 4. XX. Afstand 5 K M. 8e. 5. Alg trein. Dekking Inf. 4. XX. De voorhoede blijft tot nader bevel op den marschweg. De voorposten staken den patrouille- gang, zoodra de] voorhoedecavalerie en, ruk- in, zoodra de hoofdtroep van de voorhoede de lijn van de veldwachten doorschrijdt. De bagagetreinen en de algemeene trein worden geformeerd, zoodra de troep Tagog- apoe heeft verlaten. Ik bevind mij aan het hoofd van de hoofd macht. De Brigadecommandant.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 45