kant van den tegenstander, het gevaar zelf te worden teruggeslagen, geenszins denkbeeldig mag worden genoemd. Waar werkeloosheid slechter op den geest van den aanvaller werkt, dan eventueele déveine, besluit de commandant der roode troepen, den vijand in front bezig te houden en de omtrekking met zijn 2 reserve bataljons te wagen. Deze hebben in opdracht het paardenpad dat Zuid van Darang- dan over Pr. Gènteng in Oostelijke richting verloopt, tot Tjilingga te volgen, daarna Oost van Têtêk Zuidwaarts af te zakken om bij het aanbreken van den dag van uit Sempoernoengal met versnelden marsch Zuidwaarts op te rukken en over Nangewer den vijand in den rug aan te tasten. Begunstigd door helder maanweer slaagt deze troep erin op het vastgestelde uur Sempoernoengal te bereiken, doch wordt.op haren weg naar Nangewer door vooruitgeschoven cavaleriepatrouilles ont dekt. Zoodra de blauwe commandant het bericht van de voorgenomen omtrekking ontvangt, krijgt de algemeene reserve de opdracht op den rug in Noordwestelijke richting van Bab. Koepa stelling te nemen en 's vijands opmarsch, ondersteund door een batterij veldartillerie, welke Pr. Tjimenteng bezet, zoo noodig ten koste van zware offers te vertragen. Met het oog op de te verwachten zware verliezen wordt ,de halve geneeskundige sectie met 10 dragers van de ver- bandsectie versterkt, terwijl ook de vier ziekenkarren ter beschikking worden gesteld. De blauwe cavalerie bij Nangewer noodzaakt den vijand zich in gevechtsformatie door het zware terrein te ontplooien en trekt geleidelijk op de algemeene reserve, welke zich op voornoemden rug zou bevinden, terug. De vakcommandanten krijgen nu het bevel de hoofdmacht der roode partij, die in ijle linie [thans zonder reserve, zich voor de stelling van Blauw bevindt, met kracht aan te vallen en in de richting van Darangdan terug te werpen. Bij slagen komen de vakreserves beschikbaar om de blauwe al gemeene reserve in de buurt van Pr. Tjimenteng te versterken, waardoor het gevaar voor omtrekking, zoo deze door het bericht van een eventueelen terugtocht der eigen troepen al niet van zelf tot stilstand is gekomen, voor dien dag althans toch wel zal zijn af te wenden. 631

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 67