Hoofdzaak voor Blauw is tijd te winnen, tot het veldleger de
brug over de Tjisomang zal hebben gepasseerd.
Het ligt dan ook in de bedoeling van den commandant der
blauwe partij weer op de eigen stellingen terug te trekken, zoodra
de vijand tot het besef zal zijn gekomen, dat hij versterking heeft
af te wachten, alvorens de stellingen te kunnen forceeren.
Gesterkt door het bericht, dat de 2 compagniën bij Depok den
vijand in bedwang weten te houden, wordt de aanval op de hoofd
macht van Rood met succes bekroond en de tegenpartij gedwongen
terug te gaan tot de lijn Pr. Pangleseran - Pr. Oesam.
Dat Rood pas na zware verliezen tot prijs geven van het kamp-
veld kon worden gedwongen, spreekt wel reeds van zelf en dat het
grootste aantal der zwaargewonden in handen van Blauw zal zijn
gebleven, ligt eveneens voor de hand, waarmede de taak van den
geneeskundigen dienst aan deze zijde niet onbelangrijk is toege
nomen.
Dit drukt te zwaarder, omdat ook Blauw een groot aantal ge
wonden heeft te betreuren.
Hier komt nog bij, dat de afstand tot de oorspronkelijke concen-
tratieposten onder de hand te groot is geworden, zoodat het ten
slotte zal zijn aangewezen de gewonden Noordwaarts op hetpaar-
denpad en op den grooten weg te concentreeren. Dit voornamelijk
voor het linker- en middenvak.
Voor het zoover kwam, moest de concentratiepost voor het
rechtervak al heel spoedig ;meer Noordelijk worden verlegd, wat
in den loop van het gevecht nog meerdere malen diende te wor
den herhaald.
Dat de tegenwoordigheid van den brigadearts bij het telkens
wisselen der situatie, overal en voortdurend noodzakelijk was, zal
wel door niemand worden betwijfeld.
Nu hier, dan daar, maar voornamelijk op den linkervleugel
stegen de moeilijkheden met elke schrede voorwaarts, tot ten
slotte, toen de evenwichtstoestand wederom was ingetreden, de
brigadearts aan den brigadecommandant meende te moeten voor
stellen, de helft der 3 geneeskundige sectiën aan het ontruimen van
het gevechtsveld te doen medewerken.
Waar verder voorwaarts rukken door vijandelijke artillerie on
mogelijk werd gemaakt, terwijl anderzijds opnieuw opdringen van
den geslagen vijand evenmin behoefde te worden gevreesd, werd
de gevraagde toestemming verleend en voorts goedgekeurd, dat de
632