8888 8888 üit de Practijk 8888 8888 Wenken, nragen en antmoorden op gebied nan militair strafrecht door (I)r. 3. meibuizen. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft onlangs een belangrijke beslis sing genomen in zake de toepassing van art 140 jo 142 C W. Genoem de artikels stellen strafbaar den soldaat, die in tijd van vrede deserteert en eenige van zijne kleine monteeringstukken of zooge naamde compagniesgoederen medeneemt boven de zoodanige, welke hij op dien tijd aan heeft, of, gekleed zijnde moest of kon hebben. Bij vrijwillige melding binnen 4 weken na de gepleegde misdaad wordt de straf (militaire detentie van 4 maanden tot 2 jaar) verlicht tot detentie van 2 maanden tot een jaar. Wat nu te verstaan onder die kleine monteeringstukken of zoogenaamde compagniesgoederen? Barré, die het delict kortweg en duidelijk desertie met medeneming van „goed" boven de tenue van den dag „noemt", neemt aan, dat, waar zoogenaamde compagniesgoederen niet meer bekend zijn de bepaling geen andere beteekenis kan hebben, dan dat de ver zwarende omstandigheid, in het artikel bedoeld, geacht moet worden aanwezig te zijn, zoodra de deserteur heeft medegenomen 1° stuk ken van wapening en uitrusting hem van gouvernementswege ten gebruike gegeven (met uitzondering van de goederen bedoeld bij de art 144, 145, 146, 147, 15Jenl51)of 2° hem toebehoorende mi litaire kleedingstukken, een en ander boven die, welke hij, op het oogenblik der desertie, volgens de voorschriften aan moest of kon hebben. En tot kort geleden gold dan ook de regel, dat deserteurs, ook al hadden ze zich binnen 4 weken vrijwillig gemeld, naar den krijgsraad verwezen en door dat college gestraft werden, als ze waren weggeloopen met meer militair goed, dan ze in verband met het voorgeschrevene aan mochten of konden hebben Die b.v. 5 gr. gr jassen meenam of twee hoofddeksels, of sergen kleeding, als het tenue van den dag gr. gr. was, hij viel, al had bi] zich eenige uren na 't vertrek van de boot, die hem van Java meenam, gemeld, onder het bereik van de wet. Thans echter Sen. Def van 15 Juni 1917 No. 302, heeft het Hoog Militair Gerechtshof een Inlandsch fuselier, die al zijn kleeding stukken en schoenen in zijn sprei gebundeld meenam, vrijgesproken, overwegende, dat die goederen den man zelf toebehoorden en overi gens gebleken was, dat hij zich binnen 4 weken vrijwillig had gemeld. 644 i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 84