„Bepaaldelijk heeft hij alsdan de macht om Nederlandsch-Indië „geheel of gedeeltelijk in staat van oorlog of beleg te verklaren", zegt verder de 2e alinea van artikel 43. Wat heeft men onder S.v.O. of S.v B. te verstaan? Niet „toestand" of „tijd van oorlog of van beleg." Zelfs als de oorlogstoestand (een feitelijke toestand dus) reeds is ingetreden, dan behoeft het grootste deel van het gebied nog niet in S.v O. of S.v.B. verklaard te worden. Omgekeerd kan geheel Indië of een deel er van in S.v.O. of S.v.B. verklaard worden, warneer de oorlog nog niet is uitgebroken, er van een beleg geen sprake is. Reeds een tweetal jaren is een groot gedeelte van Nederland in S.v.B verklaard, en nog altijd is er vrede. De S.v O. en S.v B. druk ken dan ook geen feitelijken toestand uit, maar een rechtstoestand, die de Regeering vergunt maatregelen te nemen ter beveiliging van de haar toevertrouwde belangen, waartoe zij anders niet gerechtigd zou zijn, zonder medewerking der Nederlandsche Regeering, of die in strijd zijn met de reeds geldende voorschriften. Verder is de algemeene strekking deze: het militair gezag als gedelegeerde van den G. G. te waarborgen, dat het krachtig en onbelemmerd kan optreden, waarbij het burgerlijk gezag in meer dere of mindere mate aan het militair ondergeschikt wordt, terwijl verder de S.v.O. moet worden beschouwd als een overgangstoestand van dien in vredestijd naar den S.v.B. Dat de uitdrukkingen S.v.O. en S.v.B. bij de niet-ingewijden, i.e. misschien bij 0.S99 deel der bevolking, tot verkeerde gevolg trekkingen kunnen leiden en verwarring kunnen doen ontstaan, is zeer zeker juist. De afkondiging van één van beide zal de gemoe deren hevig in beweging brengen, zoodat het zeer gewenscht is, dat deze afkondigingen met de spraakverwarring zal hebben rekening te houden. De Regeering is verder, zooals ook uit artikel 43 R.R. blijkt, geheel vrij in de keuze tusschen den S.v.O. en den S.v.B. Waar S.v.O. als een overgangstoestand moet worden beschouwd, waarbij, zooals nader zal worden aangetoond, de burgerlijke autoriteiten in zekeren zin blijven, die zij zijn, is de S.v.B. een toestand van meer ingrijpenden aard, omdat in dat geval de militaire autoriteit alle gezag in handen heeft. De ernst van den toestand zal dus voor de Regeering de overweging zijn, of het een of het andere zal moeten worden verklaard. Dat de Regeering hierin geheel is vrij gelaten, verdient toejuiching, omdat zij alleen in tijden van gevaar competent geacht moet worden a priori uit te maken, welke 575

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 9