Fèitelijk zou elkeen behoorlijk moeten werpen, doch dit is gebleken niet mogelijk te zijn, vandaar, dat dus per onderdeel die menschen moeten worden opgeleid, die daarvoor den meesten aanleg hebben. Nemen we per compagnie eens 10 werpers, dan zouden er moe ten worden opgeleid ongeveer 1000 man. De uitrusting dezer wer pers zal uit minstens 15 stuks handgranaten moeten bestaan, welke medegenomen worden aan een riem om het lichaam De werpers bevinden zich steeds in eerste gevechtslinie, doch blijven ter be schikking van den C.Ct. Een opleiding aan bepaalde scholen verdient m.i. de voorkeur, daar dan de africhting niet over een ontelbaar aantal schijven loopt. In Holland zullen dezen zomer (1917), zoowel te Kemperheide bij Arnhem, als in de legerplaats bij Laren (N.H.), cursussen wor den gehouden in het werpen met handgranaten. Hiervoor ko men in aanmerking militairen, die kalm en rustig van aard zijn en de schokgranaten (in Holland zijn de handgranaten voorzien van een schokbuis) op het vrije veld kunnen wegwerpen (niet weg slingeren) tot een gemiddelden afstand van 23 M. (deze afstand voor Indië op minstens 35 m. te stellen). Bij dit onderzoek moeten evenveel granaten voor als tegen den wind weggeworpen worden. De deelnemers moeten door den betrokken commandant zorgvuldig worden aangewezen, omdat bij een vorigen cursus deelnemers waren, die een volslagen gebrek aan aanleg voor granaatwerpen vertoonden en soms zelfs de noodige kalmte misten, indien met scherpe granaten werd geoefend. De aan het werpen en het onderwijzen ervan verbonden moeilijk heden maken een intensieve opleiding aan één school voor granaat werpers noodzakelijk. Niet, dat het onderwijs bij den troep als geheel overbodig moet worden beschouwd, daar hierdoor de C.Ct. een goede gelegenheid wordt geboden de menschen met meesten aanleg voor het werpen uit te kiezen. De opleiding moet omvatten het aanleeren van den worp recht vooruit in het vrije veid, het werpen op korte afstanden al of niet achter dekkingen, het met groote juistheid werpen op een bepaald doel, het werpen in gedekte onderkomen, enz. Ook dient beoefend te worden het vlug vaardig maken van het projectiel, de bovenste veiligheidspin kan bij een te verwachten gebruik reeds van te voren worden uitgetrokken, het met handgranaten bepakt marcheeren en tevens dient gezorgd te worden voor een ontwikkeling van de bij het werpen te gebruiken spieren. 683

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 37