Na één of twee keer vuren wordt dus eenige weken gestaakt, alvorens met schieten door te gaan. Ook lijkt mij het verschil tusschen het beeldschieten op f 0 M. van de schiettafel en de eerste oefening van het schoolschieten - op 00 M. vuren leggend vrije hand - te groot. Beier zou het zijn, den recruut na het beeldschieten nog eenige malen opgelegd te laten vuren op grootere afstanden en op doelen van de schoolschietoefeningen De schutter krijgt hierbij ook een denkbeeld van de spreiding van zijn geweer, terwijl fouten en de richting door den onderwijzer opgemerkt en verbeterd kunnen wor den. Verder moet niet te lang gewacht worden met het schieten, opdat de recruut aan zijn geleidelijk beter wordende uitkomsten de resultaten van de aanslagoefeningen bemerkt en de ambitie behoudt, die zoo noodig is, tot het onderhouden van zijn schiet vaardigheid. Schermoefer ingen De recruut moet kennen van het V.S O.: de 1ste. afdeeling, le. en 2e. les. de 2e. afdeeling en het aanhangsel van de 5e. afdeeling. Al dadelijk moet gewezen worden op het feit, dat de stooten uit de 2de afdeeling niet onderwezen kunnen worden, vóórdat de leer ling het vaksluiten kent, en dat het vaksluiten voor komt in de 4de les van de 1ste afdeeling. Voor het geven van het schermonderwijs moet de compagnies commandant kunnen beschikken over een goed schermonderwijzer. Juist omdat een recruut zoo weinig van het V.S.O. moet kennen moet dit weinige zoo goed mogelijk onderwezen worden, wil hij er profijt van trekken. Bij het schermonderwijs moet vooral gelet worden op de volgen de bepalingen. 1. De uitwerking van den stoot is afhanklijk van het richten van het wapen, het strekken van den rechterarm, en het krachtig uitvallen. 2. Ten einde den leerling in de oogmaat en het juist aanbrengen van de stooten te oefenen, zal men een te treffen voorwerp op meerderen of minderen afstand van hem plaatsen en hem leeren dat doel te treffen door een uitval met het geweer, ook in ver binding met passen, sprongen, enz Daar de voor deze oefening bestemde ballen, van 15 cM., enz., nog niet aanwezig zijn, kunnen we de stooten beoefenen op alles, wat zich daartoe leent, en bijv. bij eenige geoefendheid de 688

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 42