Os geniale oorlognoenng.
In de vergadering van de Vereeniging tot beoefening van de
Krijgswetenschap op 2'. December 1916 te 's-Gravenhage, sprak
de Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf J.C.C.Tonnet over
„Moderne oorlogvoering. Bewegingskrijg en loopgravenstrijd". Het
verslag van deze rede, buitengewoon interressant en leerrijk, bereikte
ons eenige dagen geleden.
De overste Tonnet vangt aan met de verkiaring.dat het leveren
van beschouwingen over een oorlogvoering, waarvan de geschiedenis
nog moet worden te boek gesteld, gewaagd is. In de daarop vol
gende bladzijden vinden we nochtans strategische en er.kele tacti
sche beschouwingen zóó klaar en helder, dat zij zonder twijfel met
gerustheid zullen kunnen wordt getoetst aan de geschiedenis, als
deze eenmaal zal zijn neergeschreven.
Klaar en helder treedt óók aan het licht, dat gemaakte fouten
zich bloedig wreken en lezen we tusscnen de regels, dat zij den
ondergang zullen veroorzaken, als de tijd en de krachten om ze te
herstellen worden gemist (zooals bij ons het geval zou zijn).
Nadat werd besproken de gang van zaken in den aanvang van
den krijg, totdat VON Hindenburg Oost-Pruisen had ontlast van
den dreigenden druk van Ruslanü's legers, lezen wij:
„Het is als een wonderlijke speling van het lot, dat hier in dezen
„uithoek de drie mannen te zamen komen, aan wier leiding weldra
„het lot van het Duitsche Rijk zou worden toevertrouwd: Hinden
burg, Ludendorf en Mackensen. Waarom vraag ik me af
„is niet van huis uit de hoogste leiding in hun handen gelegd?
„Het is geen ongewoon, doch toch voorzeker in dezen oorlog
„een zeer sprekend verschijnsel, dat de mannen, op wie de ver
pachtingen voor het welslagen van den krijg waren gebouwd,
„niet aan die verwachtingen hebben voldaan. Ik heb ze hier niet
„aangeteekend, die vele namen van Legeraanvoerders, die plotseling
„door maag-, nier- of ander lijden gekweld, op zijde moesten worden
„geschoven. In de allerho gste rangen, onder de Commandanten
692