ruimte staan) persoonlijk de bewaking van het gevechtsveld ver richt en zich daarin laat bijstaan door de door hem daarvoor aan te wijzen officieren. Bovendien wordt in beginsel voor elke batterij het gevechtsveld door den kapitein-batterijcommandant persoonlijk bewaakt. „Aangezien de bewaking van de terreinstrook, waarin de tegenstander is opgesteld of zich beweegt, niet altijd voldoende verzekerd is uit de opstellingen der artillerie, zal deze dikwijls doelmatig kunnen worden aangevuld door waarneming van uit een andere richting". Hierbij vergeleken is één luitenant voor een groep batterijen der vestingartillerie niets. De vuurleiding is bij de vestingartillerie geheel in handen van sergeanten, die in verband met de opstelling hunner stukken als regel niets van den vijand kunnen zien. Zij worden dan bijgestaan door in de peil-waarnemingsposten geplaatste kanonniers-waarne mers, aan wie is geleerd te melden, hoe de schoten vallen t. o. v. een opgegeven punt. Men verwachtte nu, dat de vuurleiders aan de hand van in bijzonderheden tredende schietregels op zuiver mechanische wijze hunne batterijen zouden kunnen inschieten en daarna het hun gestelde doel zouden kunnen bereiken. Hoezeer gehamerd werd op eene automatische toepassing der schietregels, blijkt wel hieruit, dat in 1915 vele z. g. vuurleiders onbekend waren met zelfs de allereerste beginselen van het kaartlezen. Het was hun nooit geleerd, noch op de kaderschool, noch bij de com pagnie; het kwam niet voor bij de door hen toe te passen wijze van vuren. In de practijk ging alles niet zoo eenvoudig, ais men zich voor stelde, want voor schieten is ook tactiek noodig, een schiettactiek. Het is deze kunst van schieten, die van onze sergeanten, hoe ver dienstelijk overigens niet kan worden verwacht. Hoezeer zij dit zelf voelen, blijkt wel hieruit, dat zij voor hun schietexamen de voorkeur geven aan een vuur met waarneming uit twee zijposten. Van vuren met eigen waarneming moeten zij niets hebben. Zoolang zij zelf niets zien, kunnen zij volstaan met mechanische toepassing der schietregels. Mislukt het vuur, dan is de fout natuurlijk bij den waarnemer. Maar zulk een vuur kan in werkelijkheid (niet op pa pier) alleen onder zeer gunstige omstandigheden slagen, omdat een mechanische schietmethode geen rekening houdt met tal van wis selende factoren, welke veroorzaken, dat een vuurleider veel meer 1) Uit den mond van wijlen Z. E. den Luit-Generaal Michielsen ver nam ik woorden van hoogen lof over de sergeanten der vestingartillerie- 665

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 5