het begin van het voorjaarsoffensief der Engelschen op hetzelfde front. Vooral aan de genoemde terugtrekkende beweging worden zeer belangwekkende beschouwingen gewijd. Het op 26 April afgesloten „Militair Politiek Maandoverzicht" wijdt o m. ook aandacht aan uitlatingen van de Japansche pers met betrekking tot Indië. Daarna volgen nog „Mededeelingen omtrent het Amerikaansche Leger" en idem omtrent de vloot, bevattende gegevens omtrent de samenstelling en sterkte van de Amerikaansche weermacht. Nadat wij volledigheidshalve nog het artikel „Een paar opmerkin gen inzake de militaire rechtspleging" van Mr. Kramer, referendaris bij het D.v.O. hebben genoemd, vestigen wij ten slotte de aandacht op de in de „Boekaankondiging" voorkomende besprekingen van de brochure van den oud-overste Hering over de verdediging van Indië en over de bekende brochure - van den oud-generaal v. D. Maaten over den oud-Gouverneur-Generaal v. Heutsz en de defen sie van Ned.-lndië. Mavors No. 4 Maart 1917). Kap. de Gelder beëindigt in deze aflevering zijne interessante beschouwingen „Over krijgslisten en wat daarmede samenhangt". Met talrijke voorbeelden uit de oudere, zoowel als de nieuwere krijgsgeschiedenis, worden achtereenvolgens behandeld: Demonstra ties, schijnonderhandelingen, inwerking op het moreel, intimideeren, het verbergen van een terugtocht, het bezigen van vreemde unifor men, taal en signalen, van een afgeluisterd wachtwoord e.d.. Uit het „Besluit", dat nog eenige krijgslisten opsomt, nemen we met instemming het volgende over „Moge men echter uit dit alles het besluit trekken, dat de mensch, „zoodra het de behartiging zijner eigenbelangen geldt of het schaden „van die van anderen, bijster vindingrijk is. „Doch tevens zij ingezien, dat aanvoerders, die alleen vredes- „routine, reglementenkennis en bureelwijsheid zouden bezitten, alle „kans loopen in den strijd met scherpzinnige geesten een bedroevend „figuur te makenKennis van krijgsgeschiedenis is geen „luxe „In het etappengebied", door luit Buijs, behandelt een veronder steld geval, dat een comp. Inf., in afwachting van de instelling van een geregelden etappendienst, in veroverd gebied een spoorweg baanvak te bewaken krijgt, zoomede het door den luitenant-com mandant eener cav. patrouille van de tegenpartij beraamd planom tegen dat baanvak een aanslag te plegen. Overigens bevat deze aflevering nog: Eenige beschouwingen omtrent de opleiding tot verlofsofficier bij de infanterie gedurende de mobilisatie, door luit. Reeser; 7C9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 63