Behandeling van rapporten betreffende feiten gepleegd vóór, doch ingekomen, nadat een militair is overgeplaatst; en Algemeene inrichting en bediening van den centraal-schakelaar eener telefoon-afdeeling, door luit. Eldermans. Marineblad. 7e aflevering {30 April 1917). In deze aflevering maakt maj. v. Dam v. Isselt een aanvang met een studie over „De bestemming, de organisatie en het gebruik van onze oorlogsvloten in 1599". Dit deel biedt, waar het de plannen van onze Republiek behandelt tot vernietiging van eiken zeehandel met Spanje, ook door de neutralen, door de analogie met „l'histoire contemporaine", veel interessants. Van de overige artikelen vermelden we nog een korte beschrij ving van een nieuwe verwarmings- en ventilatie-inrichting, den thermotank; verder een oproep van den heer Nijland om ook bij de Marine een onderling begrafenisfonds (uitkeering f IOC0 overeenkomende dus met ons onderling ondersteuningsfonds, op te richten, waarbij tevens een schema van een reglement voor zoo'n fonds wordt gegeven. De rubriek „Uit de Pers" bevat twee, resp. uit de N. Rott. C. en uit de N. Soerab. C. overgenomen artikelen, beide duidelijk de moei lijkheden in het licht stellend, welke de scheepvaart van Nederland (en Indië) in het tegenwoordig stadium van den oorlog ondervindt. De „korte Mededeelingen" bevatten o m. berichten over plannen, zoowel bij Amerika als bij Japan, om slagschepen aan te bouwen van 40.CC0 ton, 23-mijl snelheid, met een hoofdbewapening van 12 kannen van 38.1 of 4C.6 cM; voorts over Amerikaansche slag kruisers van 34.8C0 ton, 35 mijl snelheid, met een hoofdbewape ning van 10 kanonnen van 35 cM. L/50. Ten slotte bevat deze aflevering nog de schriftelijke stukken der marinebegrooting 1917 in de Eerste Kamer, de beraadslaging (in extenso) over de Xde Afdeeling (i ep. v. Marine) van de Indische begrooting 1917 in de Tweede Kamer, en voorts de in die Kamer door den Minister van Marine uitgesproken rede bij de behandeling van het voorstel tot wijziging van art. 113 R.R. De lezing van deze rede kunnen we ten zeerste aanbevelen, omdat daarin de vraag wordt besproken, of het hoofddeel van de verdediging van Indië aan de zee-, dan wel aan de landmacht moet worden toe gewezen, terwijl ook nog ter sprake komt een vestigen van de vlootbasis in Straat Soenda, waarvan de mogelijkheid door de Re geering thans opnieuw wordt onderzocht. J. 800

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 64