Bet huldeblijk ooor mijlen kapitein
uan ysseldyk.
Zeer tot zijn Uedwezen heeft het Comité tot inzameling dei-
gelden voor bovenbedoeld huldeblijk aan dtgenen, die daartoe heb
ben bijgedragen, lot heden geen nadere mededeeling kunnen doen,
van heigeen ter zake werd verricht, daar berichten uit Nedenand
uitbleven, waarschijnlijk, doordat een deel der correspondentie, uit
Holland verzonden, is verloren geraakt. Uit de Kamper Courant
van Zaterdag lU Maart werd echter het volgende vernomen:
Eenigszins overhaast wat de onmiddelijke voorbereiding der
plechtigheid betrof, heeft Woendag namiddag even half drie de
oveidracht plaats gehad aan den Hoofdcursus van het kapitein
VAN Ysseldyk ter nagedachtenis, geschilderde portret, welk feit wij
dien dag kortelijk hebben vermeid. Tot bijwoning van deze
plechtigheid waren met de leeraren aan deze inrichting van
militair onderwijs ook de leerlingen van het tweede studiejaar,
bestemd voor officier bij het Indische Leger die allen den kapitein
nog als leeraar hadden gekend in de leszaal van het Museum
vereenigd. Verder bevonden zich daar de familie uit kampen,
de heer en mevrouw P. Cramer, de kunstschilder en mevrouw
P. Slager uit 's Hertogenbosch. En toen ook de Directeur van
den H. C., de majoor Kooiman, ter plaatse verschenen was, nam
de le Luit: J. M. de Lange van de Infanterie van het Indische
Leger het woord, om, namens de commissie welke zich gevormd
had, in Nederland en in de Koloniën, aan den Hoofdcursus het
schilderij over te dragen, ten einde het portret van den geachten
en beminden leeraar een eereplaats te geven in het Ethnografisch
Museum. De heer de Lange herinnerde daarbij aan het ontstaan
der verzameling, aangegroeid tot een collectie van groote algemeene
bete kenis door van Ysseldyk's rusteloozen arbeid en door de
vele geschenken van oud-leerlingen welke, als stille getuigen
van den hechten band tusschen leeraar en leerling ontstaan, hem
uit alle streken van onze Oost werden toegezonden. Spreker
gedacht ook de belangeloosheid, waarmede van Ysseldyk dit werk
tot stand heeft gebracht, met geen andere drijfveer dan zijn innige
liefde voor het rijke, zonnige lnsulinde en droeg ten slotte het
blijvend aandenken over.
IN MEMORIAM.
712