o. bajonet op.
p. bajonet af.
q. opstaan.
r. op 1 gelid in front.
s. met eenen.
t. op 2 gelederen
front,
met tweeën,
met vieren.
u.
v.
w.
z.
armen buigen, vuisten gebald en boven el
kander, ten hoogte van de lijn der schouders,
als voren, daarna de vuisten snel van elkaar
verwijderen.
arm vlug buigen naast den schouder, vuist
gebald.
van elke hand 1 vinger opsteken,
van één hand 1 vinger opsteken.
in van elke hand 2 vingers opsteken.
van één hand 2 vingers opsteken,
van één hand 4 vingers opsteken.
één arm z.w. heffen en v w. brengen, de
andere arm wijst de verlangde strekking
als onder a omschreven.
de gevouwen handen achter in den nek
leggen, na vluchtig de armen z.w. te heb-
j ben geheven.
armen z w. heffen, waarna kruisen over
I de borst.
het teeken of j gevolgd door het opsteken
van 2, 3 enz tot en met 0 gespreide vingers
200 tot 9C0 M), 1 gesloten vuist 000
M) 1 gesloten vuist en 1 t/m 5 vingers (11C0
t/m 15C0 M),
Opm. Na het teeken i. of j blijft alzoo de aandacht op den s.c t.
gevestigd tot deze het teeken z. heeft gegeven.
zwenking
opmarsch
directieverandering,
verzame 'en
looppas.
verzamelen
gewonepas.
opmeter.
OPLEIDING VAN DE GROEP IN HET TERREIN.
118 t/m 124 als de bestaande
125 als het bestaande, doch op den 2de regel de laatste 3 woorden
te lezen: „zoo snel mogelijk".
126 als het bestaande.
127 2e al. te doen vervallen. [Is overbodig en bovendien in strijd
met punt 105].
128 t/m 138 als de bestaande.
727
X.