stand a. w op enzste hand vooruitbrengen öf achterste ach
teruit.
14. in gesloten colon- handen evenwijdig achter elkaar, daarna de
ne oprukken: handen naar elkaar bewegen.
15. formeert carré of
kring om com- I met de armen en 8estrekte handen vin-
mandant: §ertoPPen elkaar aanrakend, een kring
(punt 519 R.l.II) maken-
16. attentiesein vjd. geldt de voorste linie.
c.ct bij opgeloste
id., gevogd door wij- j
zen mei zak- ge de r' sectie, c. g. middelsectie
doek of hoo/d- j (zakdoek omhoog) van den ondersteunings-
deksel in de hand 1 troeP'
17. dekt u beter. diepe kniebuiging.
Concept regeling Fluitsignalen.
(blz. 49 R. I. I.)
K korte stoot. L lange stoot.
„Geeft acht" (voor gesloten troep) I Een zeer lange gerekte
„Let op" (geopende of verspreide troep) j stoot attentiesein.
Bij gesloten troepen (sie., c,e., baton-) en bij geopende of verspreide
sectiën kij t men op dit signaal naar den commandant.
Zal het daaropvolgend „halt maken", „aanmarcheeren" of „wen
den" (ingevolge punt 6 6e al.) gelijktijdig moeten geschieden, dan
moet zulks den troep te voren worden bekend gesteld. In dat gé
val gelden het opgemelde attentiesein tezamen met de vereischte
armwijzing als w. c°- Het u. c0-: halt K, en marsch KK.,
waarbij de flankmarschen steeds met vieren worden verricht en de
flankopstelling met vieren wordt genomen.
Ie Voorbeeld. De af deeling marcheert m front.
W. c0-: Met vieren rechts uit de flank. U. c°-: halt
attentiesein -f arm in de gewenschte U.c0-: K.
richting
2e. voorbeeld. De afdeeling staat stil met vieren uit de flank.
W. c°. Rechtsomkeert. U. c°.: Marsch.
öf W. c°. attentiesein -f arm in de
a. w. richting U. c0.: K.K.
öf W. C°
729
Cie.