ingevoerd, omdat algemeen was gebleken, dat zij uit hoofde van de duurdere, meer afwisseling vereischende voeding het meest hub behoefde. F De niet aan een menage deelnemende Europ: militairen dienden dien bijslag uit den aard der zaak eveneens te ontvangen, doch zij, die aan een menage deelnemen, stonen het bedrag van den bijslag in het menagefonds. Zoodra zij op meerdaagsche oefening vertrekken, schijnt de zoo hoogst nooJig gebleken bijslag overdaad te zijn, hoewel volgens de voorschriften de voeding alsdan, voor zooveel mogelijk, even goed moet zijn als in het garnizoen 'en de verschillende voor die voeding noodige bijspijzen evenmin als in het garnizoen kunnen worden ontbeerd. En het is juist de toeken ning van dien bijslag bij brigademanoeuvres en meerdaagsche oefe ningen, die zooals nader zal blijken er m.i. veel toe zou kunnen bijdragen om het gemopper over slechte voeding eenigermate te voorkomen. Om den troep bij brigademanoeuvres volledig te kunnen voeden beschikt de Intendant dus volgens de voorschriften over de V.I.' vermeerderd met den menage-inleg, maar probeer aan dit laatste niet te tornen, daar een storm van verontwaardiging Uw deel zal zijn en niet zonder redenimm;rs, bij de brigidemanoeuvres hebben de manschappen het Sn den regel zwaar te verantwoorden; dag in ag uit moeten groote afstanden op stoffige wegen worden afgelegd en wordt de nacht in een minder comfortabel kwartier doorgebracht. Ook het maal is doorgaans wat eenvoudiger dan in het garnizoen omdat de keukenwagens en de omstandigheden, waaronder men verkeert, het klaar maken van een uitgebreid menu niet gedoogen- in het algemeen worden dus gedurende een 14 tal dagen meerdere ontberingen geleden en ligt het nu niet voor de hand, dat de man in compensatie daarvoor, bij terugkomst in het garnizoen gaarne zal zien, dat hem zijne volle soldij, dus zonder eenige korting voor, verstrekte voeding, zal worden uitgekeerd. Is het dan ook niet begrijoelijk, dat wanneer zulks niet geschiedt daardoor ontstemming bij den troep wordt verwekt, vooral bij de Europ. militairen beneden den rang van onderofficier, die zich, door de onthouding van de bijs'ag, in hunne inkomsten zien benadeeld hoewel zij zwaardere diensten moeten presteeren dan in het gar nizoen? De troepenofficieren weten dat alles zeer goed en zien daarom niet gaarne, dat een gedeelte van de soldij wordt inge houden, welke inhouding hen bovendien allerlei administratieve beslommeringen op den hals kan halen. Want hoe gaat het in de 735

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 21